7.2 Kunnen we vrij handelen?

H7 Nederland en het buitenland


§ 7.1 Nederland handelsland.
§ 7.2 Kunnen we vrij handelen?
§ 7.3 Nederland en de EU.
§ 7.4 De wereld wordt kleiner.
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H7 Nederland en het buitenland


§ 7.1 Nederland handelsland.
§ 7.2 Kunnen we vrij handelen?
§ 7.3 Nederland en de EU.
§ 7.4 De wereld wordt kleiner.

Slide 1 - Tekstslide

In deze les leer je:
- het voordeel van internationale arbeidsverdeling;
- welke 5 protectiemaatregelen er zijn;
- de rol van de Wereld Handelsorganisatie (WTO).


GOAL!

Slide 2 - Tekstslide

landen leveren goederen en diensten waarin zij het best en/of goedkoopst zijn
Voordeel
als landen zich specialiseren levert dit wereldwijd meer welvaart op

Slide 3 - Tekstslide

Maken: opgave 1, 2 en 3 (blz. 206)

Slide 4 - Tekstslide

Opgave 1 (blz. 206)
a  

 
   

Slide 5 - Tekstslide

Opgave 1 (blz. 206)
a  

 
   

Slide 6 - Tekstslide

Opgave 1 (blz. 206)
b  

Slide 7 - Tekstslide

Opgave 1 (blz. 206)
(€ 373,18 – € 259) ÷ € 259 × 100% = 44,08... --> 44,1%
c  

Slide 8 - Tekstslide

Opgave 1 (blz. 206)
(€ 373,18 – € 259) ÷ € 259 × 100% = 44,08... --> 44,1%
Bijvoorbeeld:
   - langer wachten voordat je de telefoon hebt;
   - lastig / duur om het product te retourneren;
   - lastig om contact te hebben met de leverancier in China bij  
      iets wat onder de garantie valt.

Slide 9 - Tekstslide

Opgave 2 (blz. 207)
a  Waarom exporteert Nederland zoveel bloemen en groenten?
     
  

 

 
   

Slide 10 - Tekstslide

Opgave 2 (blz. 207)
a  Waarom exporteert Nederland zoveel bloemen en groenten?
     Bijvoorbeeld: 
     - De bloemen en groenten uit Nederland hebben een goede 
        prijs-/kwaliteitverhouding;
     - Nederland heeft een centrale ligging in Europa met een 
        goede infrastructuur om bloemen en groenten te 
        vervoeren.
  

 

 
   

Slide 11 - Tekstslide

Opgave 2 (blz. 207)
a  Waarom maakt een groot land als de VS niet alles zelf?
     Bijvoorbeeld:
     - Producten uit andere landen zijn soms van betere kwaliteit;
     - Producten uit andere landen hebben een lagere prijs.

b



 

 
   

Slide 12 - Tekstslide

Opgave 2 (blz. 207)
Bijvoorbeeld: 
     - Nee, Nederland is te klein om alles zelf te kunnen 
        produceren. Daarvoor hebben we onvoldoende 
        ruimte / grondstoffen / personeel / kapitaalgoederen.
     - Ja, we hebben in Nederland voldoende kennis en kapitaal 
        om alles zelf te kunnen produceren.


 

 
   

Slide 13 - Tekstslide

Opgave 3 (blz. 207)
a  
     
  

 

 
   

Slide 14 - Tekstslide

Opgave 3 (blz. 207)
a  
     
  

b
 

 
   

Slide 15 - Tekstslide

Opgave 3 (blz. 207)
a  
     
  

b
 

 
   

Slide 16 - Tekstslide

Wat betekent 'to protect'
in het Engels?

Slide 17 - Woordweb

Protectiemaatregelen 
= handelsbelemmeringen (protectionisme)
Doel
eigen productie en werkgelegenheid beschermen tegen buitenlandse concurrentie (van buiten de EU)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

 1  Invoerrechten (importheffingen, douanerechten): 
     extra belasting op importgoederen.

 2  Contingentering (importquota): maximum aantal importgoederen.

 3  Exportsubsidie: financiële steun voor exporterende bedrijven. 

 
Protectiemaatregelen

Slide 20 - Tekstslide

 1  Invoerrechten (importheffingen, douanerechten): 
     extra belasting op importgoederen.

 2  Contingentering (importquota): maximum aantal importgoederen.

 3  Exportsubsidie: financiële steun voor exporterende bedrijven. 

 4  Invoerverbod: bepaalde goederen mogen niet worden ingevoerd.

 (Exportverbod: bepaalde goederen mogen niet worden uitgevoerd.)
Protectiemaatregelen
herhaling

Slide 21 - Tekstslide

Vrijhandel binnen de EU (§ 7.3)
Binnen de EU is er vrijhandel, 
dus géén protectionisme.

De EU heeft een gemeenschappelijk buitentarief.




alle EU-landen hanteren dezelfde invoertarieven voor de import van buiten de EU.

Slide 22 - Tekstslide

WTO 
(Wereld Handelsorganisatie)
Doel:
handel tussen landen eerlijker en zonder protectionisme te laten verlopen
Meer dan 160 (van de 196) landen zijn lid.

Slide 23 - Tekstslide

Vrijhandel 
bevordert de wereldwijde welvaart, want:
- meer concurrentie leidt tot lagere prijzen 
   waardoor consumenten meer kunnen kopen;
- door internationale arbeidsverdeling worden  
   producten daar gemaakt waar dat het beste kan;
- meer keuze aan producten voor consumenten.


Slide 24 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd?

Slide 25 - Tekstslide

Juist of onjuist?
Binnen de EU is er sprake van protectionisme.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Wat hoort niét bij protectie?
A
Contingentering
B
Exportsubsidie
C
Importheffingen
D
Uitvoerrechten

Slide 27 - Quizvraag

Een maximum aan de invoerhoeveelheid noemen we
ook wel ...
A
contingentering
B
exportsubsidie
C
importheffingen
D
invoerrechten

Slide 28 - Quizvraag

Een ander woord voor contingentering is ...
A
invoerverbod
B
importquota
C
douanerechten

Slide 29 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de exportprijs
als de producent exportsubsidie krijgt?
A
de exportprijs wordt hoger
B
de exportprijs wordt lager
C
de exportprijs verandert niet

Slide 30 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met het 'gemeenschappelijk buitentarief'
van de EU?
A
Voor EU-goederen geldt hetzelfde tarief
B
Voor niet-EU-goederen geldt hetzelfde tarief

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de doelstelling van de
Wereld Handelsorganisatie (WTO)?
A
Meer protectie
B
Vrijhandel
C
Microkrediet
D
Buffervoorraden

Slide 32 - Quizvraag

Aan het werk
Maken: § 7.2
opg. 4 t/m 10 (blz. 208)
Zelf nakijken via Magister ELO Studiewijzers

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video