Zwakke en sterke werkwoorden
1 / 13
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
weten
Maaike ......... dat ze vorig jaar veel lessen had gemist.
Maaike ......... dat ze vorig jaar veel lessen had gemist.
Slide 2 - Open vraag
verwoesten
Vorige week ............. Melle de toren
Vorige week ............. Melle de toren
Slide 3 - Open vraag
naaien
Toen .......... jij mijn wanten.
Toen .......... jij mijn wanten.
Slide 4 - Open vraag
wijzen
Gisteren ............. we de kleuters de weg.
Gisteren ............. we de kleuters de weg.
Slide 5 - Open vraag
redden
De rangers .......... vorig jaar veel diersoorten.
De rangers .......... vorig jaar veel diersoorten.
Slide 6 - Open vraag
luisteren
Samuel en Dirk ......... gisteren niet naar elkaar.
Samuel en Dirk ......... gisteren niet naar elkaar.
Slide 7 - Open vraag
roepen
Lize en Floor .......... tijdens rekenen dat ze alles al af hadden.
Lize en Floor .......... tijdens rekenen dat ze alles al af hadden.
Slide 8 - Open vraag
rekenen
Toen ............ de kinderen op hulp van de juf.
Toen ............ de kinderen op hulp van de juf.
Slide 9 - Open vraag
Bij sterke werkwoorden verandert de klank in de verleden tijd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Bij zwakke werkwoorden verandert de klank in de verleden tijd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Bij sterke werkwoorden in de verleden tijd kan ik 't kofschip x gebruiken
A
Waar
B
Niet waar
