Palliatieve ZORG

Palliatieve zorg 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Palliatieve zorg 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over palliatieve zorg?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van palliatieve zorg?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen palliatieve en terminale zorg?

Slide 4 - Open vraag

We spreken van terminale zorg wanneer het overlijden op korte termijn (3 maanden of minder) wordt verwacht. 

Palliatieve zorg
Palliatieve zorg is zorg die gegeven wordt aan zorgvragers wanneer er geen genezing van een ziekte meer mogelijk is.
Dan kun je denken aan kanker, wanneer die uitbehandeld is. Maar ook dementie, COPD of hartfalen zijn ziekten waar mensen niet van kunnen genezen.

Met deze ziekten kun je nog wel weken, maanden of zelfs jaren leven.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

In dit filmpje komen ook al de 4 fasen van palliatieve zorg aan bod. Dat gaat best snel dus hierna herhalen we dat in beeld en woord.

Let op: in dit filmpje wordt gesproken over dat palliatieve zorg zo ongeveer 1 jaar voor het verwachte overlijden start. Dat is natuurlijk geheel afhankelijk van de situatie. Dit komt later aan de hand een een voorbeeld  (slide 9) nog aan de orde.

Slide 7 - Tekstslide

Herhaling van de 4 fasen van palliatieve zorg in beeld
4 fasen in de palliatieve zorg
1. Ziektegericht
De ziekte wordt behandeld, zonder dat genezing mogelijk is
2. Symptoomgerichte palliatie
De focus licht op het verlichten en onder controle houden van de symptomen. De ziekte schrijdt voort, de zorgvrager zal verzwakken en minder mobiel worden . De symptomen verergeren en in deze fase worden beslissingen genomen rondom het levenseinde.
3. Palliatie in de stervensfase
Hier verschuift de aandacht van kwaliteit van leven naar kwaliteit van sterven (terminale zorg)
4. De nazorg
Dit wordt ook gezien als onderdeel van de palliatieve zorg. soms hebben naasten behoefte aan ondersteuning tijdens de rouwarbeid.

Slide 8 - Tekstslide

En vervolgens de 4 fasen van palliatieve zorg met wat meer toelichting in woord.
Voorbeeld
Meneer Van Vliet krijgt te horen dat hij dementie heeft. Hiervan kan hij niet genezen, er zijn namelijk geen behandelingen voor. Iemand leeft gemiddeld 6 tot 8 jaar met dementie. In die periode zal meneer Van Vliet lichamelijk, psychisch en sociaal achteruitgaan. In die tijd sluit de zorg aan bij wat hij nodig heeft en is erop gericht dat hij zich zo gelukkig mogelijk voelt.


Slide 9 - Tekstslide

Hier kun je het verschil in palliatieve zorg en terminale zorg ook nog goed bij herhalen / benadrukken: 

In de ouderenzorg is vaker sprake van palliatieve zorg dan gedacht wordt. Bij palliatieve zorg denken we ook vaak aan terminale zorg. Beide zorgvormen worden geboden aan diegenen die niet meer kunnen genezen van hun ziekte en daaraan zullen overlijden. Het verschil is dat palliatieve zorg jaren kan duren, terwijl we pas van terminale zorg spreken wanneer het overlijden op korte termijn (3 maanden of minder) wordt verwacht. Palliatieve zorg richt zich op een zo goed mogelijke kwaliteit van leven. Hoe lang dit duurt verschilt per cliënt. Terminale zorg richt zich op een goede kwaliteit van sterven. Palliatieve zorg is iets anders dan palliatieve sedatie. Op palliatieve sedatie komen we later terug.

Welke kwaliteiten heb je nodig als zorgverlener in de palliatieve zorg?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kunnen zorgtaken voor jou zijn bij palliatieve zorg?

Slide 11 - Woordweb

ADL zorg > hulp bij wassen en aankleden, verzorgend wassen op bed, verzorgen van haar en nagels, mondzorg
Contact met de naasten: luisteren, informeren

Waar let je extra op als zorgverlener bij het verlenen van palliatieve zorg?

Slide 12 - Woordweb

Bij de ADL-zorg:
Observatie; huid, houding, ademhaling, mondzorg, pijn,
Zorgen voor eigen regie, wat zijn de wensen en behoeften, rituelen van de zorgvrager?

Naasten van de zorgvrager:
Contact hebben met de naasten/ mantelzorg; wat zijn de wensen en behoeften?

samenwerking
Afspraken maken met het team, signaleren en rapporteren

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg begint als het moment van sterven dichterbij komt?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Begint als er sprake is van een ziekte / aandoening waarvoor geen genezing mogelijk is.
Palliatieve zorg is gericht op het vergroten van de autonomie van de zorgvrager
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteit van leven is ook afhankelijk van de normen en waarden van de zorgvrager
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg heeft ook betrekking op de naasten van de zorgvrager
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Terminale zorg richt zich op de kwaliteit van sterven?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De begeleiding nadat een zorgvrager is gestorven is ook onderdeel van de palliatieve zorg?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sterven en rouwen

Slide 20 - Tekstslide

We gaan in op:
  • Palliatieve sedatie
  • Misverstanden bij sedatie / sterven
  • Het rouwproces
Wat is palliatieve sedatie?

Slide 21 - Open vraag

Palliatieve sedatie is het verlagen van het bewustzijn met als doel om de klachten van de zorgvrager te verlichten en te zorgen voor comfort in de laatste levensfase. Dat is een behandeling die de behandelend arts zal inzetten als er lijden is in het sterfbed waar geen goede behandelingen meer over zijn.
De sedatie kan tijdelijk of blijvend (in de laatste levensfase) worden ingezet.

Palliatieve sedatie wordt toegepast wanneer het overlijden van de cliënt binnen twee weken wordt verwacht.

Jouw rol
Als zorgverlener kun je observeren en signaleren welke klachten de zorgvrager heeft en hoe die klachten verlopen. Het is belangrijk om deze klachten goed te rapporteren. Dit helpt de arts en de zorgvrager in het maken van de beslissing voor palliatieve sedatie.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitbehandeld?
Wel of niet deze term gebruiken?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve sedatie versnelt het sterfproces?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Er is geen aanwijzing dat wie palliatieve sedatie krijgt, korter leeft dan hij zonder deze ingreep had geleefd, wel comfortabeler. Dit is belangrijk voor mensen met een religieuze achtergrond. Die willen vaak geen behandeling die dood bespoedigt en zien daarom af van palliatieve sedatie. Ze lijden zo terwijl dat helemaal niet nodig is.
Palliatieve sedatie gebeurt met morfine?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Hierover bestaan nog altijd veel misverstanden. Het is daarom belangrijk dat jij als zorgverlener weet hoe dit zit.

Er wordt nog vaak gedacht dat palliatieve sedatie met morfine gebeurt. Dat is niet correct. Morfine wordt gebruikt voor symptoombestrijding, bijvoorbeeld als de pijn of benauwdheid te groot worden. Morfine sedeert slecht. Als de behandelend arts morfine inzet, is dat niet hetzelfde als palliatieve sedatie. 
Voor palliatieve sedatie wordt dormicum gebruikt.
Een stervende is na palliatieve sedatie continu buiten bewustzijn
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Palliatieve sedatie zorgt voor een bewustzijnsverlaging tot het niveau dat symptomen draaglijk zijn. Diepe slaap  is hierbij geen doel op zich. Het kan dus gebeuren dat iemand na palliatieve sedatie nog bij bewustzijn komt. Het is belangrijk dat zorgverleners dit communiceren met nabestaanden, zodat die niet schrikken als iemand plotseling weer bij bewustzijn komt.
Stikken is een veelvoorkomende doodsoorzaak?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

Stikken is volgens longarts Sander de Hosson een angst waar veel van zijn longpatiënten mee rondlopen. Maar mensen stikken niet, alleen in geval van een zeer zeldzaam voorkomende longbloeding en ook dan zijn mensen snel buiten bewustzijn. Het geeft veel rust als ze dat weten. De Hosson: “Het lichaam heeft een beschermingsmechanisme. Organen falen in de allerlaatste levensfase en kunnen daardoor afvalstoffen niet meer kwijt. Daar wordt de terminale patiënt meestal suffig van. Op de dag van overlijden is die dan subcomateus of comateus. En mocht dat niet het geval zijn, dan is er altijd nog medicatie om de benauwdheid te bestrijden.”
Als je een zorgvrager reutelend hoort ademen dan is de zorgvrager aan het stikken?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag

Veel mensen die aan het sterven zijn ‘reutelen’ omdat er slijm in de keel blijft hangen. Voor nabestaanden die waken rond een sterfbed, is dat een angstig geluid. Longarts De Hosson: “We weten het natuurlijk niet zeker, omdat we het niet kunnen checken, maar de overtuiging van experts is dat de stervenden er geen last van hebben. Het is geen teken dat ze stikken. Het is belangrijk om hier de nabestaanden over te informeren.”

Slide 29 - Tekstslide

Volgens Stroebe en Schut moet de rouwende zich enerzijds een weg zien te vinden in de wereld zonder de dierbare en tegelijkertijd is er het eigen leven dat verder gaat. Het verlies én het dagelijks leven vragen de aandacht. De ene beweging is verliesgericht en de andere herstelgericht. Het een is niet beter dan het andere, het is een kwestie van een soort balans zoeken. In eigen woorden: de verlieservaring te verweven in het leven.