herhaling §1-2-3-4

herhaling §1-2-3-4
grafieken 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

herhaling §1-2-3-4
grafieken 

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn de coördinaten van
het blauwe coördinaat?
A
(4,4)
B
(2,45)
C
(3,5)
D
(4,55)

Slide 2 - Quizvraag

Wat zijn de coördinaten van
het coördinaat H?
A
(5,5)
B
(0,5)
C
(5,0)
D
(5,6)

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn de coördinaten van
het oranje coördinaat?
A
(4,4)
B
(2,45)
C
(3,5)
D
(4,55)

Slide 4 - Quizvraag

De baai ligt op
de coördinaten . . .
De baai ligt op
de coördinaten . . .
A
1, 3
B
(1, 3)
C
3, 1
D
(3, 1)

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn de coördinaten van
het grijze coördinaat?
A
(4,4)
B
(6,65)
C
(3,5)
D
(4,55)

Slide 6 - Quizvraag

De baai ligt op
de coördinaten . . .
De grot ligt op
de coördinaten . . .
A
5, 2
B
(5, 2)
C
2,5
D
(2, 5)

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn de coördinaten van
het coördinaat D?
A
(2 , 1)
B
(2 ; 0,5)
C
(2 : 0,5)
D
(2 , 0,5)

Slide 8 - Quizvraag

Wat is er mis in dit assenstelsel?
A
Niets
B
De horizontale as is niet regelmatig.
C
De verticale as is niet regelmatig.
D
Er is geen scheurlijn.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is er mis in dit assenstelsel?
A
Niets
B
De horizontale as is niet regelmatig
C
De letters bij de assen moeten worden omgewisseld.
D
Er is geen scheurlijn.

Slide 10 - Quizvraag

Een assenstelsel begint met...
A
De oorsprong
B
Een willekeurig getal
C
Het begin
D
(5,7)

Slide 11 - Quizvraag

Een assenstelsel heeft
A
een horizontale as
B
een verticale as
C
een oorsprong
D
alle drie (A en B en C)

Slide 12 - Quizvraag

een assenstelsel teken je ...
A
altijd zonder liniaal
B
altijd met liniaal
C
Als een parabool in je assenstelsel tekent mag het zonder liniaal.
D
maakt niet uit

Slide 13 - Quizvraag

Een assenstelsel teken je ....
A
met geodriehoek en potlood
B
uit de losse pols en met pen
C
een schets

Slide 14 - Quizvraag

Een assenstelsel heeft
A
een horizontale as
B
een verticale as
C
een horizontale en een verticale as

Slide 15 - Quizvraag

In het assenstelsel is er iets mis.
Wat?
A
de horizontale as is niet regelmatig
B
er is geen scheurlijn
C
de letters bij de assen moeten worden gewisseld
D
de verticale as is niet regelmatig

Slide 16 - Quizvraag

Wat klopt er niet aan dit assenstelsel?
A
Er moet een scheurlijn komen
B
De titels van de assen kloppen niet
C
De stappen van de assen kloppen niet

Slide 17 - Quizvraag

Ik kan werken met een assenstelsel
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Sleep de tekst naar de bijbehorende grafiek
toenemende 
stijging
toenemende 
daling
afnemende 
stijging
afnemende daling
constante 
stijging
constante daling

Slide 19 - Sleepvraag

Dit is een globale grafiek
Wat is het verband?
A
tijd
B
waterhoogte
C
Verband tussen de tijd en de temperatuur.
D
grafiek

Slide 20 - Quizvraag

Is dit een globale grafiek?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

wat is een globale grafiek

Slide 22 - Open vraag

Dit is een globale grafiek
Wat is het verband?
A
tijd
B
afstand
C
Verband tussen tijd en afstand
D
grafiek

Slide 23 - Quizvraag

Is dit een globale grafiek?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Hoe herken je een globale grafiek?
A
Aan de getallen langs de assen
B
Omdat er geen getallen langs de assen staan

Slide 25 - Quizvraag

Sleep de begrippen naar de goed plek in de grafiek.
Stijgend
Dalend
Constant
Stijgend
Dalend
Constant
Constant
Constant

Slide 26 - Sleepvraag

waar
niet waar

De verdeling langs een as moet in gelijke stappen.
Als de verticale as in stapjes van 10 is verdeeld, moet dat bij de horizontale as ook.
een grafiek is altijd een rechte lijn
Je mag zelf weten hoe groot je je assenstelsel tekent. Als het maar past op je papier.
ik gebruik een scheurlijn bij de horizontale as.

Slide 27 - Sleepvraag

Wat kun je uit deze grafiek aflezen?
A
Dat de windkracht steeds groter wordt
B
Dat de windkracht steeds kleiner wordt
C
Dat de windkracht hetzelfde blijft

Slide 28 - Quizvraag

Wat kun je aflezen in de grafiek met betrekking tot de snelheid?
A
Snelheid neemt af
B
Snelheid neemt toe
C
Snelheid is constant
D
Je kunt niets aflezen qua snelheid

Slide 29 - Quizvraag

hoe lang is de kaars na 2 uur branden?
A
15 cm
B
12 cm
C
9 cm
D
6 cm

Slide 30 - Quizvraag

hoe zwaar was de pup na 9 weken?
A
2 kg
B
3 kg
C
5 kg
D
6 kg

Slide 31 - Quizvraag

top gedaan 
volgende les gaan we wat vragen op papier maken om te kijken hoe goed je de stof beheerst.

dit hoef je niet voor te bereiden. 

Slide 32 - Tekstslide