instructieles 3.2 en 3.3

De economische crisis
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De economische crisis

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Een hoogconjuctuur is?
A
Een periode waarin er een afname van de economie is
B
Een periode waarin de economie herstelt
C
Een periode waarin er veel werkloosheid is
D
Een periode waarin de koopkracht hoog is

Slide 3 - Quizvraag

Wie riep op om te investeren in aandelen?
A
De president
B
De politie
C
De politici
D
De Koning

Slide 4 - Quizvraag

Zet de oorzaken van de crisis in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
7
8
Miljoenen mensen zijn werkloos en hebben geen geld (crisis)
H
Banken en bedrijven gaan failliet
C
Mensen kunnen hun leningen niet terugbetalen
F
De fabrieken verliezen veel geld en moeten mensen ontslaan
G
Mensen kopen niks omdat ze het al hebben
B
Fabrieken produceren nóg meer
E
Iedereen koopt wat ze nodig hebben
D
Iedereen leent geld en maakt dus schulden 
A

Slide 5 - Sleepvraag

Bedreigingen voor de Amerikaanse economie
  • Boeren profiteerden van een grote vraag vanuit Europa met producten zoals tarwe, suiker en katoen.
  • Zij - de boeren - namen veel leningen!!!

Na WO 1 neemt de vraag vanuit Europa af, met als reactie dat:
  • Prijzen van landbouwproducten dalen.
  • Leningen kunnen niet meer betaald worden.
Met als gevolg dat veel boeren failliet gaan!

Slide 6 - Tekstslide

Oorzaken economische crisis
  • Overproductie in landbouw en industrie
             Uitgaven namen af door ontslagen. 
  • Mensen verkochten massaal hun aandelen: dalende koersen
  • 'Live now, pay later' - door een blind vertrouwen in de economie werd er veel geld geleend
  • Nauwelijks toezicht op banken!


Slide 7 - Tekstslide

Maar dan... Beurskrach, 1929
In 1929 ging alles mis: het begon in de Verenigde Staten.

De 'zwarte donderdag'. De twijfel op de Amerikaanse markt zorgde voor een grote economische crisis.
Hoe is dit plots ontstaan?

Slide 8 - Tekstslide

Vooruitblik
Gevolgen van de Economische crisis

Slide 9 - Tekstslide

Gevolgen 
The Great Depression (de grote depressie)
  • Hoge werkloosheid
  1. Ging van 1.5 miljoen (4%) mensen naar 12 miljoen (23.7%). 
  • Grote armoede; woonkosten waren te hoog!

Het wordt een wereldwijde crisis!
- landen gaan hun eigen economie beschermen. 



Slide 10 - Tekstslide

  • Amerikaanse president grijpt niet in, overheid bemoeit zich amper met de situatie 
Hoovervilles
Mensen verloren hun werk en al hun geld. Ze kwamen terecht in Hoovervilles, vernoemd naar de president Herbert Hoover (Seattle, 1934)

Slide 11 - Tekstslide

Een crisis is moeilijk om uit te komen...

Slide 12 - Tekstslide

Crisis in Nederland
  • Nederland wordt zwaar door de crisis geraakt: de handel met de VS en Duitsland komt vrijwel stil te staan.

  • Bedrijven en fabrieken moeten de deuren sluiten.

  • Tussen 1929 en 1935 stijgt de werkloosheid van 22.000 naar 500.000

Slide 13 - Tekstslide

Duitsland 


Door het Dawesplan ging het beter.

De crisis van 1929 slaat in als een bom...

Slide 14 - Tekstslide

Dawesplan
Dawes-plan

Slide 15 - Tekstslide

Hulp voor Duitsland

het Dawesplan

  • Door Dawesplan ging het weer beter met Duitsland tot 1929

  • Na de economische crisis zorgde dit voor verspreiding van de problemen richting Europa!



Slide 16 - Tekstslide

De New Deal: GEEN PW STOF
De New Deal: Economische maatregelen om de economie weer op gang te brengen
De overheid zette projecten op om mensen werk te geven en maakte strengere regels voor bedrijven en banken

Slide 17 - Tekstslide

Oorzaak-Gevolg opdracht
Ga naar de Classroom, in week 4 vind je ''Oorzaak-Gevolg: De Economische crisis''. 
  • Maak deze in tweetallen!

Slide 18 - Tekstslide

Controlevragen
  1. Wat is het belangrijkste gevolg van de economische crisis in Amerika?
  2.  Leg in eigen woorden uit wat Hoovervilles waren.
  3. Verklaar de naam Hoovervilles.
  4. Waarom zorgde het Dawesplan voor extra problemen in Europa?
  5. Leg het Dawesplan in eigen woorden uit.

Slide 19 - Tekstslide