Aan het eind van de les: (les 1)
- Ik weet dat een getal uit cijfers bestaat.
- Ik ken de waarde van de cijfers in een getal (tot 2 cijfers achter de
komma).
- Ik kan grote getallen (miljoen, miljard) schrijven in woorden en cijfers.
- Ik ken het begrip deler en delers van een getal en kan hier mee
rekenen.
- Ik ken het begrip veelvouden en kan hier mee rekenen.
- Ik weet wat even en oneven getallen zijn en weet waar ik deze aan kan herkennen.