Past Simple Negative & Question forms

Good morning!
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Good morning!

Slide 1 - Tekstslide

Past Simple -Negative & Question forms
Past simple!

Slide 2 - Tekstslide

Lesson goals
- Herhalen - Bevestigend zinnen
- Ontkennend en vragend zinnen in de Past Simple.
- Je kent de regels van de Past Simple

Slide 3 - Tekstslide


Past Simple
1. Wanneer gebruik je de past simple?





Slide 4 - Tekstslide


Past Simple
1. Wanneer gebruik je de past simple?

Je gebruikt de ''past simple'' om te praten over het verleden. De actie of gebeurtenis is gestopt. Er is geen link nu. 

Slide 5 - Tekstslide


Past Simple

2. Hoe maak je de past simple: regular verbs (regelmatige werkwoorden)? 



Slide 6 - Tekstslide


Past Simple

2. Hoe maak je de past simple: regular verbs (regelmatige werkwoorden)? 

Je voeg -(e)d aan het werk woord 
ww+ed
I played football.  She opened her book. They visited Rome. 

Slide 7 - Tekstslide


Past Simple - Verleden tijd
Ontkenningen

Hoe maak je ontkenningen in de past simple?

REGEL 1:  Bij was/were/could/would voeg je -n't (not) aan het woord. 
- He wasn't in Amsterdam?
- You weren't happy.
- I couldn't see you. 

Slide 8 - Tekstslide


Past Simple - Verleden tijd
Ontkenningen

Hoe maak je ontkenningen in de past simple?

REGEL 2:  Bij andere ontkenningen in de verleden tijd, zet je didn't voor het hoofdwerkwoord. Je gebruikt bij didn't altijd het hele werkwoord. 
                           DIDN'T + hele WW 

- He didn't talk to the teacher. 
- You didn't see you. 

Slide 9 - Tekstslide

Past simple
didn't + ww 
Bevestigend
Ontkennend
Vragend
I played
You played
He/she/it played
We played
They played
You played
I didn't play
You didn't  play
He/she/it didn't  play
We didn't  play
They didn't  play
You did'nt play
Did I play?
Did you play?
Did he/she/it play?
Did we play?
Did they play?
Did you play?

Slide 10 - Tekstslide

Maak de zinnen hieronder compleet. Gebruik de aanwijzingen tussen haakjes. Denk aan het gebruik van de past simple.

She _________ (not drive ) you to the station.

Slide 11 - Open vraag


He _________ (not be) in France in 2011.

Slide 12 - Open vraag


They _________ (not see) Nightwatch.

Slide 13 - Open vraag

Maak de zinnen hieronder ontkennend.

He worked all day.
A
He doesn't work all day.
B
He didn't worked all day.
C
He not worked all day.
D
He didn't work all day.

Slide 14 - Quizvraag

I had a dog.
A
I didn't had a dog.
B
I didn't have a dog.
C
I don't have a dog.
D
I don't had a dog.

Slide 15 - Quizvraag

My father made a meal.
A
My father didn't make a meal.
B
My father not made a meal.
C
My father doesn't make a meal.
D
My father didn't made a meal.

Slide 16 - Quizvraag

He went to school.
A
He went not to school.
B
He didn't went to school.
C
He didn't go to school.
D
He doesn't go to school.

Slide 17 - Quizvraag

Past simple (vragend)

Slide 18 - Tekstslide


Past Simple - Verleden tijd

Hoe maak je vragen in de past simple?

DID + onderwerp + hele WW 

Did you study a lot yesterday?
Did they call you about the party?
Did we have breakfast yesterday morning?

Slide 19 - Tekstslide


Past Simple - Verleden tijd

Hoe maak je vragen in de past simple?

REGEL 1:  was/were/could/would komen aan het begin van de zin. 
- Was he in Amsterdam?
- Were you also in the meeting?
- Could you visit your grandparents?

Slide 20 - Tekstslide


Past Simple - Verleden tijd

Hoe maak je vragen in de past simple?

REGEL 2:  Bij andere vragen in de verleden tijd, zat je did aan het begin van de zin. 
           DID + onderwerp + hele WW

Did you study a lot yesterday?
Did they call you about the party?
Did we have breakfast yesterday morning?

Slide 21 - Tekstslide


Past Simple - Verleden tijd

Hoe maak je vragen in de past simple?

REGEL 3 :  Wanneer je een WH-vraag stelt, zet je het WH-woord aan het begin van de zin. 
           WH-woord + DID + onderwerp + hele WW

Where did you study  yesterday?
When did they call you about the party?
What did we have for breakfast yesterday morning?

Slide 22 - Tekstslide

past simple: 
vragend en ontkennend

- Vorm:

    - Did + hele werkwoord
      

- Vorm:
    - didn't (did not) + hele werkwoord



Vragend:
Ontkennend:

Slide 23 - Tekstslide

Make questions of the following sentences. (past simple)

They visited the village.

Slide 24 - Open vraag

Make questions of the following sentences. (past simple)

She broke her leg.

Slide 25 - Open vraag

Make questions of the following sentences. (past simple)

He was at the hospital.

Slide 26 - Open vraag

Make questions of the following sentences. (past simple)

You played football yesterday.

Slide 27 - Open vraag

Make questions of the following sentences. (past simple)

Sandra bought a new T-shirt.

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Link

Slide 30 - Link

Well done!!!

Slide 31 - Tekstslide

I can use present simple in questions.
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

I can use present simple in negative sentences.
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Homework

Zie magister!

Slide 34 - Tekstslide


Bye Bye!

Slide 35 - Tekstslide


Past Simple

Past simple: regular verbs (regelmatige werkwoorden)? 
Je voeg -(e)d aan het werk woord 
ww+ed
I played football.  She opened her book. They visited Rome. 

Slide 36 - Tekstslide


Past Simple

Past simple: irregular verbs (onregelmatige werkwoorden)? 
2e rij 
I bought a car.  She was in New York.  The lesson began an hour ago. 
to buy - bought 
to be - was/were
to begin - began 

Slide 37 - Tekstslide