VWO3_Chapitre 7

Programme week 19
Introduction Chapitre 7: le Maroc en fête
Planning week 19
Objectifs
- een afspraak maken
- iets bestellen in een restaurant
- vertellen of je iets lekker vindt of niet
Vocabulaire
- uitgaan
- eten en drinken
- dagen
- getallen
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programme week 19
Introduction Chapitre 7: le Maroc en fête
Planning week 19
Objectifs
- een afspraak maken
- iets bestellen in een restaurant
- vertellen of je iets lekker vindt of niet
Vocabulaire
- uitgaan
- eten en drinken
- dagen
- getallen

Slide 1 - Tekstslide

La capitale du Maroc est:
A
Agadir
B
Casablanca
C
Rabat
D
Tanger

Slide 2 - Quizvraag

Quel massif montagneux traverse le Maroc?
A
l'Atlas
B
l'Himalaya
C
les Pyrénées
D
les Alpes

Slide 3 - Quizvraag

Les Marocains parlent l'arabe. Quelle autre langue locale est parlée au Maroc?

A
le français
B
le berbère
C
le perse
D
l'anglais

Slide 4 - Quizvraag

Quelle est la monnaie locale du Maroc?
A
le dinar
B
le dirham
C
le yen
D
la roupie

Slide 5 - Quizvraag

Le surnom du Maroc, c’est le pays du soleil…
A
couchant
B
levant
C
éternel
D
rouge

Slide 6 - Quizvraag

Le Maroc est ...
A
une théocratie
B
une monarchie
C
une république
D
une oligarchie

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Programme semaine 20
  • Terugkoppeling week 19
  • Planning week 20
Objectifs
  • ik kan een afspraak maken
  • ik ken de signaalwoorden

Slide 9 - Tekstslide

   faire
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
                          fais
                       faites
                           fait
                          fais
                         font
                   faisons

Slide 10 - Sleepvraag

Vocabulaire A p. 127
  1. Ik ga op bezoek bij mijn opa en oma.
  2. We treffen elkaar op het station.
  3. We zijn te laat.
  4. Morgen gaan zij naar de bioscoop.
  5. 's Avonds gaan wij iets drinken.
  6. Kom bij mij langs!
Attention! Vervoeg de werkwoorden correct!

Slide 11 - Tekstslide

Vocabulaire A p. 127
  • Je rends visite à mes grands-parents
  • On se retrouve à la gare / nous nous retrouvons à la gare.
  • Nous sommes en retard.
  • Demain nous allons au cinéma.
  • Le soir nous allons boire quelque chose.
  • Viens chez moi!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Signaalwoorden

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Programme semaine 20
  • Terugkoppeling week 20
  • Planning week 21
Objectifs
  • ik kan een afspraak maken
  • ik ken de uitspraak van de neusklanken en, an, em, am
  • ik ken woorden die te maken hebben met eten en drinken

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

prononciation

  • rendre
  • ensemble
  • en retard
  • détendu
  • en ville
  • en dehors de


  • penser
  • le ventre
  • en entrée
  • dégoûtant
  • manger
  • envie


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Phrases-clés p. 87
Tu as envie d'aller ...
On sera combien?
On y va comment?
On se retrouve où?
Et à quelle heure?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Cherche l'intrus
A
le plat principal
B
l'entrée
C
le dessert
D
le poisson

Slide 23 - Quizvraag

Cherche l'intrus
A
les pâtes
B
le riz
C
la saucisse
D
les frites

Slide 24 - Quizvraag

Cherche l'intrus
A
le saumon
B
le boeuf
C
le porc
D
le poulet

Slide 25 - Quizvraag

Cherche l'intrus
A
médiocre
B
cru
C
conserver
D
dégoûtant

Slide 26 - Quizvraag

Programme de la semaine 22
Parler

Terugkoppeling week 21

Planning week 22
Objectifs
- La cuisine marocaine
- Le conditionnel
- Au restaurant

Slide 27 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 28 - Tekstslide

La cuisine marocaine
  1. La cuisine marocaine est une des meilleures cuisines au monde.
  2. Les Marocains mangent beaucoup de légumes, de la viande, mais aussi du poisson.
  3. On utilise beaucoup d'épices et d'herbes dans la cuisine marocaine.
  4. Le thé vert est le symbole de l'hospitalité marocaine.
  5. Le tajine et le couscous sont des plats typiquement marocains.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Je ... un coca.
A
voudrais
B
voulais
C
voudrait
D
veut

Slide 33 - Quizvraag

Nous ... aller au Maroc.
A
aimerions
B
aimions
C
aimeriez
D
aimerait

Slide 34 - Quizvraag

Si j'étais un plat, je ...

Slide 35 - Open vraag

Si j'étais riche, je ...

Slide 36 - Open vraag

Si j'étais le président de la France, je ...

Slide 37 - Open vraag

Exercice 34f (p. 120)

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Quizlet Live

Slide 40 - Tekstslide

Quizlet Live

Slide 41 - Tekstslide