U3 les 6 - 09 janvier

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

BONJOUR et BIENVENUE!

Bonjour

et 

bienvenue!!

Lundi 09 janvier

Les objectifs pour aujourd'hui :

- Je kunt woordenschat rond de school en de dagen van de week;

- Jij kunt een regelmatig werkwoord op -er vervoegen;

- Jij kunt werkwoorden begrijpen, vervoegen en vertalen;

Objectif numéro 1

Je kunt woordenschat rond de school en de dagen van de week.

Les jours de la semaine

• avant mardi, c'est...
• lundi
• avant dimanche, c'est...
• samedi
• après mardi, c'est...
• mercredi
• avant samedi, c'est...
• vendredi

Qu'est-ce que tu vois ?

Parle en duo !

Objectif numéro 2

Jij kunt een regelmatig werkwoord op -er vervoegen.

Tout le monde dit le verbe "danser" avec Madame Baichere.

Je

Tu

Il

Elle

On

Nous

Vous

Ils

Elles

e

es

ons

ez

ent

e

e

e

ent

Werkwoord op -er vervoegen in 3 stappen

Stap 1:Schrijf de pvnw op	Stap 2: -er eraf (= stam)	Stap 3: uitgang erbij	Vertaling
je, tu, il, elle etc.	donn	je donn e	ik geef
		tu donn es	jij geeft
		il/elle/on donn e	hij/zij geeft / wij geven
		nous donn ons	wij geven
		vous donn ez	u geeft / jullie geven
		ils/elles donn ent	zij geven

Regelmatige werkwoorden op -ER

Je

tu

il,elle,on

nous

vous

ils, elles

arrivez

préfère

adorons

mangent

déteste

aimes

Zelfstandig werken

Vervoeg de volgende werkwoorden in de tegenwoordige tijd (je... tu... il... il/ elle/ on... nous... vous... ils/ elles...):

1/ regarder

2/ écouter

3/ travailler

Klaar? Ook fermer

1/ regarder 2/ écouter 3/ travailler

Corrige avec un autre duo.

C'est bien ?

C'est comme ci comme ça ?

Les exercices dans le livre

Exercices 8A, 8B et 8C, pages 91 et 92.

al nagekeken?

Exercice 8A, 5 et 6, page 91

• Jij hoort het niet
• tu aimes 
• nous terminons
• ils détestent
• je commence
• il travaille
• vous protestez

Exercice 8A, 6, page 91

• je regarde
•  on présente
• tu invites

Exercice 8B, pages 91 et 92

• 1/ Je regarde
• 2/ On invite
• 3/ Nous adorons 
• 4/ Romain (il) prépare
• 5/ Elles habitent
• Tu travailles

Exercice 8C, page 92

• tu joues
• vous écoutez
• nous habitons
• Est-ce que Maura et Charly mangent un hamburger ?
• j'aime
• on regarde 

Objectif numéro 3

Jij kunt werkwoorden begrijpen, vervoegen en vertalen

Maak een hele zin van minimaal 4 woorden, met het werkwoord "regarder". Gebruik "elle".

Maak een hele zin van minimaal 4 woorden, met het werkwoord "parler". Gebruik "tu".

Schrijf de hele vervoeging van het werkwoord "parler" in de tegenwoordige tijd:

Maak een zin met de volgende woorden:
je / le livre / fermer. Pas op: jij moet het werkwoord vervoegen.

Maak een zin met de volgende woorden:
tu / ton / chercher / cahier. Pas op: jij moet het werkwoord vervoegen.

Maak een zin met de volgende woorden:
Aya / la / maths / les / biologie / aimer / et. Pas op: jij moet het werkwoord vervoegen.

Er zijn 2 fouten in deze zin. Wat zijn de fouten? Schrijf de zin zonder fout. "Mon prof expliquent bien le devoirs.".

Wat heb jij vandaag geleerd?