used to gebruik je als je wilt zeggen dat je vroeger iets deed.
bijv. Vroeger speelde ik voetbal.-> I used to play football.
Vroeger had ik haar-> I used to have hait.
Vroeger reed ik op een brommer.-> I used to ride a moped.
Vroeger woonde ik in Breda.-> I used to live in Breda.