Leestekens

Leestekens
-Ik weet wanneer ik een punt, vraagteken, uitroepteken en komma moet gebruiken in een zin;
- Ik weet wanneer ik hoofdletters moet gebruiken. 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leestekens
-Ik weet wanneer ik een punt, vraagteken, uitroepteken en komma moet gebruiken in een zin;
- Ik weet wanneer ik hoofdletters moet gebruiken. 

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdletter
Het is belangrijk dat je weet wanneer je een hoofdletter gebruikt. Het heeft invloed op hoe begrijpelijk je tekst is.

Slide 2 - Tekstslide

Leestekens
Een zin eindigt met een leesteken.

  • Punt (gewone zin): De deelnemers presenteren hun act.
  • Vraagteken (vraagzin): Zijn ze erg zenuwachtig?
  • Uitroepteken (uitroep): Doe je best!

Slide 3 - Tekstslide

Komma
 De komma is een korte pauze in een zin.
Je gebruikt een komma...
bijvoorbeeld
als je iemand aanspreekt
'Hé, wat doe jij hier?'
tussen delen van een opsomming
In de zomer ga ik fietsen, zwemmen, wandelen en raften.
voor voegwoorden als: want, maar, omdat, zoals.
In deze zin staat een komma, want er staat een voegwoord in.
tussen twee persoonsvormen
Pas toen hij dat zei, vielen de puzzelstukjes op z'n plaats.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe heten de leestekens die hierboven staan? Sleep de juiste naam naar het juiste leesteken.
!
.
?
,
komma
punt
uitroepteken
vraagteken

Slide 5 - Sleepvraag

Zet de leestekens bij de juiste zinnen.
timer
0:45
Waarom doe jij zo onaardig
Hé, dat is mijn fiets
Spruitjes vind ik normaal niet zo lekker, maar vandaag waren ze wel oké
!
.
?

Slide 6 - Sleepvraag

LEESTEKENS
- aan het eind van een zin
- aan het eind van een vraagzin
- aan het eind van een zin met extra nadruk
PUNT
VRAAGTEKEN
UITROEPTEKEN

Slide 7 - Sleepvraag

Hoe laat begint de les vandaag!
A
Alle leestekens en hoofdletters zijn goed.
B
Alle leestekens en hoofdletters zijn fout.

Slide 8 - Quizvraag

We rijden vandaag door Nederland, België, en Luxemburg.
A
Alle leestekens en hoofdletters zijn goed.
B
Alle leestekens en hoofdletters zijn fout.

Slide 9 - Quizvraag

Loop naar de maan.
A
Alle leestekens en hoofdletters zijn goed.
B
Alle leestekens en hoofdletters zijn fout.

Slide 10 - Quizvraag

Wil je kaas, jam of hagelslag op je boterham?
A
Alle hoofdletters en leestekens zijn goed.
B
Alle hoofdletters en leestekens zijn fout.

Slide 11 - Quizvraag

Op Maandag hebben we een toets.

A
Alle hoofdletters en leestekens zijn goed.
B
De hoofdletters en leestekens zijn fout.

Slide 12 - Quizvraag

In Maart ben ik jarig!
A
De leestekens zijn goed gebruikt.
B
De leestekens zijn fout gebruikt.

Slide 13 - Quizvraag

Hoofdletters
Waar staan de hoofdletters goed?
A
dhr. van Leeuwen
B
Stef van Leeuwen
C
stef van Leeuwen
D
Stef Van leeuwen

Slide 14 - Quizvraag

Schrijf de tekst over. Gebruik leestekens!
meer chinezen gaan weer op reis naar europa en andere verre bestemmingen het aantal boekingen voor vluchten naar het buitenland is flink gestegen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar
1 oktober is een nationale feestdag in het land vanwege de stichting van de Volksrepubliek china de week eromheen wordt de Gouden Week genoemd veel chinezen zijn dan vrij en gaan op vakantie
het aantal geboekte internationale vliegtickets is sinds vorig jaar verdubbeld 
 

Naar verwachting komt de komende Gouden Week het dichtst bij het niveau van vóór de pandemie dan welke andere Chinese vakantieperiode dan ook sinds de heropening van het land.





Slide 15 - Tekstslide