Paragraph 1.4 England (20 September)

               KV1K 
9 September 2021
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

               KV1K 
9 September 2021

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework
    Thursday 22 September

    Paragraph 1.5:
    Exercises 1, 2, 4,5

    Study: 
    Expression A t/m C
    Words: Countries 1




             



      Slide 2 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies


      Unit 1.5
      England

      Slide 3 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Today:
      • Welcome & lesson goals (5 minutes)
      • Writing SKILLS (10 minutes)



      • Grammar: a/an
      • Grammar: to have got
      • Reading SKILLS (10 minutes)

      • End of lesson (5 minutes)

      Slide 4 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Lesson goals
      • Students know: 
      1. the difference between a and an.
      2. the verb 'to have got'




      Slide 5 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      to have got ...(warming up)
      • Someone who has got blond hair?
      • Someone who has got brown eyes?
      • Someone who is tall?
      • Someone who has got braces?

      Slide 6 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      The difference

      Slide 7 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      A vs AN
      • We decide whether we use a or an based on the pronunciation (=uitspraak) of the word that follows.

      Slide 8 - Tekstslide

      We use a/an to talk about things in a general way, without saying precisely which people or items we are referring to
      We decide whether we use a or an based on the pronunciation of the word following the article. 

      When to use a
      In front of any word that begins with a consonant = medeklinker (not a vowel):
      A book
      A dog bone
      A town
      A cup of coffee
      A diary

      Slide 9 - Tekstslide

      what is a consonant?
      what is a vowel?
      When to use an
      In front of any word that begins with a vowel
      A (an apple)
      E (an egg)
      I (an Ipad)
      O (an oven)
      U (an umbrella)

      Slide 10 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Exceptions
      Words that start with u or eu pronounced with a /j/ sound
      • University, euro, useful = a

      Words that start with a "silent" h
      • Hour, honest, honour = an

      Words that start with o  pronounced with a /w/ sound
      • Once, one, onesie = a

      Slide 11 - Tekstslide

      What does "exceptions" mean? - uitzonderingen
      /j/ sound: (a) - unicorn, university, euro, useful, uniform, universe, Europe
      silent /h/: (an) - hour, honour, honest
      /w/ sound: (a) - onesie, once, one
      a of an?
      ..... dog
      A
      a
      B
      an

      Slide 12 - Quizvraag

      Deze slide heeft geen instructies

      a of an?
      ..... banana
      A
      a
      B
      an

      Slide 13 - Quizvraag

      Deze slide heeft geen instructies

      a of an?
      .... artwork
      A
      a
      B
      an

      Slide 14 - Quizvraag

      Deze slide heeft geen instructies

      a of an?
      .... uniform
      A
      a
      B
      an

      Slide 15 - Quizvraag

      Deze slide heeft geen instructies

      a of an?
      .... commercial
      A
      a
      B
      an

      Slide 16 - Quizvraag

      Deze slide heeft geen instructies

      a of an?
      .... hour
      A
      a
      B
      an

      Slide 17 - Quizvraag

      Deze slide heeft geen instructies

      a of an?
      .... university
      A
      a
      B
      an

      Slide 18 - Quizvraag

      Deze slide heeft geen instructies

      A of AN?
      .... president
      A
      a
      B
      an

      Slide 19 - Quizvraag

      Deze slide heeft geen instructies

      A
      AN
      table
      house
      egg
      chicken
      island
      phone
      orange

      Slide 20 - Sleepvraag

      Deze slide heeft geen instructies

      The verb: 'to have got'
      'See you at Waterloo Railway Station' (reading)

      Slide 21 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      The verb: 'to have got'
      Exercise 3 a + b

      Slide 22 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      TASK 
      Klascode all right: 594118 (zet de locatie op: Jan Ligthartstraat 5!)


      • Paragraph 1.4: exercises 6 t/m 9 + 11 (als je dit nog niet af hebt)
      • Paragraph 1.5: exercises 1, 2, 4,5
      • Study: 
      1. Expression A t/m C
      2. Words: Countries 1

      Slide 23 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies