Kaartgebruik

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 11 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
- Terugblik vorige les
- Uitleg kaartgebruik
- Oefenen kaartgebruik


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ga naar LessonUp
LessonUp.app
Doe mee met de les

Slide 3 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.


A
Natuurlandschap
B
Ingericht landschap

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Natuurlandschap
B
Ingericht landschap

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Inrichtingselement
B
Natuurlijk element

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Terugblikken opdracht
In je schrift

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kaart?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lezen
Bladzijde 9 
Kopje 'kaarten'

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kaartlezen
Wat is de kortste route?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het nut van deze afbeelding?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kaartlezen
Kaart van de camping.
  • Waar is jouw tent?
  • Wat is de route naar het toilet?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk jij dat een goede kaart aan moet voldoen?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw
Een goede kaart is altijd opgebouwd uit drie onderdelen:

  1. Titel
  2. Legenda 
  3. Schaal


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Titel
Geeft aan waar de kaart over gaat (gebied, klimaat, bevolking, landschap, bodemgebruik etc.)


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Legenda
Hier worden alle symbolen en kleuren uitgelegd die op de kaart te zien zijn. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaal
Die geeft aan hoe vaak de werkelijkheid op de kaart is verkleind. 

Vaak wordt dit als volgt opgeschreven: 1:20.000. Dit betekent dat 1 centimeter op de kaart in werkelijkheid 20.000 centimeter is. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 50.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =
A
50 km
B
0,5 km
C
5 km
D
5000 m

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De schaal van een kaart is 1: 4.000.000
1 cm is ....km?
A
4
B
400
C
40
D
4000

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

100 000 cm = ... km
A
0,1
B
1
C
10
D
100

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De schaal van een kaart is 1:16.000.000.
Dit betekent:
A
1 cm op de kaart is 16.000km in werkelijkheid
B
1 cm op de kaart is 1600 km
C
1 cm op de kaart is 160 km
D
1 cm op de kaart is 16 km in werkelijkheid

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schaal 1 : 200.000 betekent dat 1 cm op de kaart in het echt ... is
A
20 kilometer
B
200 kilometer
C
200 meter
D
2000 meter

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schaal is 1: 50.000
Hoeveel km is 5 cm op de kaart?
A
2,5 km
B
25 km
C
250 km
D
2500 km

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Noordpijl
De Noordpijl geeft op een landkaart aan waar het noorden ligt.
Staat er geen noordpijl op de kaart dan is de bovenkant van de kaart de Noordkant.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen van een kaart
Titel
Legenda
Noordpijl
Schaal

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Overzichtskaarten
thematische kaarten

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thematische kaart
Overzichts
kaart

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maak je eigen kaart
Maak zelf een kaart van een dorp. De naam van het dorp mag je zelf verzinnen en zet je bovenaan de kaart. 

In het dorp zijn natuurlijk veel gebouwen te vinden. Verzin icoontjes die terugkomen in de legenda. 
Jouw dorp heeft: 
3 parkeerplaatsen 
1 kerk
3 scholen
1 zwembad 
1 treinstation
4 dingen die jij zelf hebt verzonnen
Schrijf er zelf minimaal 7 straten in, die je een naam geeft. 
Denk aan de geleerde de opbouw van een kaart.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les
- Kaartopdracht af
- Atlasvaardigheden
- Aan de slag met de atlas!

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies