3.3 Lenen

3.3 Lenen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.3 Lenen

Slide 1 - Tekstslide

Dé euroknallers!
Jarenlang behoorde de hamburger tot de euroknallers = €1.
Hoeveel kon ik er kopen met €10,-?




Slide 2 - Tekstslide

Dé euroknaller!
Na een stevige inflatie is de prijs nu €1,25.
Hoeveel kan ik er nu kopen met een tientje?

  •  Als mijn inkomen gelijk is gebleven, wat is er  dan met mijn koopkracht gebeurd?

Slide 3 - Tekstslide

Belangrijke begrippen blz. 35
  • Rente: vergoeding die je krijgt voor het uitlenen van geld. 
  • Inflatie: stijging van het algemeen prijspeil. Goederen en diensten stijgen naar verloop van tijd namelijk in prijs.
  • Koopkracht: De hoeveelheid goederen en diensten die je kan kopen van je inkomen. 

Slide 4 - Tekstslide

Soorten bankrekeningen
Betaalrekening: lopende rekening waarmee je betaald.

Spaarrekening: rekening om mee te sparen, hier ontvang je een rentepercentage op. Het geld is vrij opneembaar voor jou als rekeninghouder. 
Depositorekening: een spaarrekening waarbij je afspreekt om je geld voor langere tijd vast te zetten. Alleen met een boete kan je eerder aan je spaargeld komen. Voordeel: hogere spaarrente.  

Slide 5 - Tekstslide

Wakker worden!!!
Zodadelijk ga je in tweetallen uitzoeken welke lening van toepassing bij jou nummer.
Nummers 1 gaan kijken voor een lening van een huis en Nummers 2 gaan kijken voor lening voor jezelf waarbij je van plan bent om iets duurs te kopen.
Nummers 3 gaan kijken voor een lening waarbij je het product direct in handen hebt, maar achteraf nog betaald.

Slide 6 - Tekstslide

Wakker worden!!!
Je zoekt uit welke lening je nodig hebt en hoe je die lening noemt die je nodig hebt en wat daarvan belangrijke punten zijn. Bijvoorbeeld hoe lang de looptijd is, rentepercentages, wanneer je die lening wel/niet kan krijgen.
Schrijf op een blaadje de belangrijkste punten/antwoorden
Je krijgt hiervoor 10 minuten, overleg RUSTIG met je buur

timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Hypothecaire lening
  • Hypotheek
  • Lening voor de aankoop van een huis
  • Looptijd meestal 30 jaar
  • Huis is onderpand
  • Onderpand: Als je de rente en aflossing van je hypotheek niet meer kunt betalen, mag de bank het huis verkopen om het geld terug te krijgen


3.3 Geld lenen kost geld! 

Slide 8 - Tekstslide

Persoonlijke lening

  • Bedoeld voor duurdere aankopen
  • terugbetalen in maandelijkse termijnen

termijn= aflos+ rentedeel


Slide 9 - Tekstslide

3.3 Geld lenen kost geld! 
Terugbetalen van een lening in termijnen (of termijnbedragen):

  1. Rente (de vergoeding)
  2. Aflossing (het leenbedrag)

Slide 10 - Tekstslide

Kredietkosten 

  • Kosten van de lening. Alles wat je méér terugbetaald dan je geleend hebt.
  • let op: je rekent niet met rentepercentages!

  • Kredietkosten =
  • (aantal termijnen x termijnbedrag) - lening

Slide 11 - Tekstslide

3.3 Geld lenen kost geld! 

Kredietkosten =
(aantal termijnen x termijnbedrag) - lening
Berekenen de kredietkosten per aanbieder

Slide 12 - Tekstslide

Doorlopend krediet

  • Geld opnemen tot aan een bepaalde limiet
  • Opgenomen geld terugbetalen in termijnen
  • Net als persoonlijke lening. Maar nu mag je steeds weer geld opnemen tot aan de limiet. Dus afgeloste deel mag opnieuw geleend worden (ook weer opnieuw rente natuurlijk..)

Slide 13 - Tekstslide

Rood staan

  • negatief saldo op de bankrekening
  • Je leent dan eigenlijk van de bank --> rente!



Slide 14 - Tekstslide

3.3 Geld lenen kost geld! 
Leenmotieven:
  1. Je hebt tijdelijk geld tekort
  2. Je wilt een duurzaam consumptiegoed kopen
  3. Je hebt onverwacht dringend geld nodig
  4. Het bedrag is te groot om te sparen (bijv. huis)

Slide 15 - Tekstslide

Opdrachten maken

Wat: maak opdrachten 3.30 t/m 3.32 op blz. 44 en 45.
Tijd: jullie krijgen hiervoor 15 minuten. 
Hulp?: overleg rustig met diegene naast je. Daarna vraag je het aan de docent.
Ben je klaar? maak opdracht 3.34 en 3.35 op blz. 47. En voor de grote spelers: opdracht 3.33. 
timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

3.3 Lenen --> soorten leningen
Hypothecaire lening: een lening met een huis als onderpand. 
Wanneer je de lening niet kan terug betalen kan de bank jouw onderpand verkopen.

Persoonlijke lening: is bestemd voor uitgaven ter consumptie. Maandelijkse terugbetaling van aflossing en rente. 

Slide 17 - Tekstslide

3.3 Lenen --> soorten leningen
Kopen op afbetaling: Een product kopen en over een langere termijn terugbetalen.

Doorlopend krediet: een maximumbedrag lenen indien je dat nodig hebt. Dit wordt ook wel 'rood staan' genoemd. 

Slide 18 - Tekstslide

Maak opdracht 3.24 en 3.25 op pagina 42
je maakt de opdrachten in stilte
timer
8:00

Slide 19 - Tekstslide