In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
k2a - Natuur- Scheikunde
Uitleg §5.3 'Brand!' (les 2)
Aan de slag
Naar LessonUp!
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
je leert het verschil tussen het broeikaseffect en het versterkte broeikaseffect
je leert welke fossiel brandstoffen gebruikt worden om te verwarmen
je leert welke gevolgen er zijn voor het milieu door broeikaseffect
Slide 3 - Tekstslide
Versterkt broeikaseffect
Aardolie, aardgas en steenkool zijn brandstoffen die uit de bodem worden gehaald. Die zijn ontstaanuit planten en dieren resten. Ze heten fossiele brandstoffen.
Als je een fossiele brandstof volledig verbrandt, ontstaat er koolstofidoxide en waterdamp.
Slide 4 - Tekstslide
Fossiele brandstoffen
- Aardgas
- Aardolie
- Steenkool
Slide 5 - Tekstslide
Het broeikaseffect
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Geef de betekenis van het broeikaseffect?
A
Het verbouwen van planten in kassen.
B
Gaslaag in de atmosfeer die ons beschermt tegen zonnestraling.
C
Het vasthouden van koude lucht door koolzuurgas.
D
Het vasthouden van warme lucht door gassen in de dampkring
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Video
Wat kan deze fabriek doen om het versterkt broeikaseffect tegen te gaan
A
Geen koolzuurgas in de atmosfeer brengen.
B
Geen fossiele brandstoffen meer gebruiken.
C
De fabrieken laten stoppen.
D
In warmere gebieden vestigen.
Slide 10 - Quizvraag
Hoe warm zou het zijn als er geen broeikaseffect was?
A
-8 C
B
-18 C
C
2 C
D
-12 C
Slide 11 - Quizvraag
het broeikaseffect wordt veroorzaakt door
A
koolstofdioxide
B
zwaveldioxide
C
stikstofoxiden
D
drijfgassen/raketbrandstof
Slide 12 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de temperatuur als het versterkte broeikaseffect door gaat?
A
gaat naar beneden
B
gaat omhoog
Slide 13 - Quizvraag
Hoe kun je ervoor zorgen dat je het broeikaseffect minder sterk maakt?
A
Fietsen, in plaats van de auto pakken.
B
Windturbines gebruiken.
C
Meer gebruik maken van zonnepanelen.
D
Zuiniger omgaan met energie.
Slide 14 - Quizvraag
Zonder het broeikaseffect zou er geen leven op aarde mogelijk zijn.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Welk gas veroorzaakt het versterkte broeikaseffect?
A
zuurstof
B
koolstofdioxide ( CO2)
C
stikstof
D
biogassen
Slide 16 - Quizvraag
Gevolgen milieuschade
aantasten gezondheid (fijnstof)
ander, extremer klimaat
stijging zeespiegel
opwarming aarde
uitsterven planten-en diersoorten
schaarste grondstoffen en energie
minder natuur- en stiltegebieden
Slide 17 - Tekstslide
Aardgas
Aardgas is nog steeds 1 van de meest gebruikte manieren om huizen te verwarmen.
De brandbare stof in aardgas is methaan.
Methaan is geurloos, om lekken te ontdekken wordt er een geurstof aan toegevoegd.
Slide 18 - Tekstslide
Nederland
Aardgas grootste leverancier
Slide 19 - Tekstslide
Thermische verontreiniging: opwarmen van het oppervlakte water. Warm water kan minder O2 bevatten, hierdoor krijgen vissen en andere waterdieren te weinig zuurstof.
Slide 20 - Tekstslide
luchtvervuiling
Door de verbranding van fossiele brandstoffen krijg je uitstoot van zwaveldioxide en stikstofoxiden.
Hierdoor ontstaat er zwavelzuur en saltpeterzuur door contact met waterdamp en zuurstof. Het gevolg is zure regen.
Regen even zuur als azijn...
Slide 21 - Tekstslide
Natuur- Scheikunde -
Aan de slag!
rood = Iedereen is stil
oranje = Je mag met elkaar fluisterend
overleggen
groen = Je mag tijdens het werken met elkaar praten