klas 1 BK 29-11-22 les 3 kap2
1 / 52
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
de broer
A
die Maus
B
der Opa
C
der Bruder
D
das Tier
Slide 7 - Quizvraag
de moeder
Slide 8 - Open vraag
de grootouders
A
die Großeltern
B
die Geschwister
C
die Eltern
D
die Halbschwester
Slide 9 - Quizvraag
vertaal in het Duits: het gezin
A
die Mutter
B
die familie
C
die Familie
D
der Familie
Slide 10 - Quizvraag
die Geschwister
A
de familie
B
de broers- en zussen
C
de schoonzus
D
het gezin
Slide 11 - Quizvraag
Vertaal:
Einzelkind
Einzelkind
A
het ene kind
B
het vreemde kind
C
het enig kind
D
het enge kind
Slide 12 - Quizvraag
die Clique
A
de vriendengroep
B
de kliekjes
C
de klik
Slide 13 - Quizvraag
"ins Kino gehen" betekent
A
naar de bouwmarkt gaan.
B
naar de bioscoop gaan.
C
naar de speeltuin gaan.
Slide 14 - Quizvraag
de tante
Slide 15 - Open vraag
erg houden van
Slide 16 - Open vraag
de oma
Slide 17 - Open vraag
de ouders
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Wat betekent: "Lasst uns froh und munter sein"?
A
Laat we vrolijk en opgewekt zijn.
B
Laat we stout en vervelend zijn.
C
Laten we gezellig en druk zijn.
Slide 26 - Quizvraag
Hoe heet "pakjesavond" in het Duits?
A
Geschenkabend
B
Nikolausabend
C
Nikolausnacht
Slide 27 - Quizvraag
Wat is een "Teller"?
A
een telraam
B
een schoen
C
een bord
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
Op welke dag wordt Nikolaustag gevierd?
A
4 december
B
5 december
C
6 december
D
24 december
Slide 30 - Quizvraag
In grote delen van Duitsland heet het hulpje van Sinterklaas.............................
A
schwarzer Piet
B
Samichlaus
C
Schmutzli
D
Knecht Ruprecht
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Tekstslide
der Teller
Schokolade
Mandarinen
der Nikolaus
der Sack
die Rute
das Geschenk
der Dezember
Slide 33 - Sleepvraag
Wat hebben Nikolaus en Ruprecht altijd bij zich?
A
cadeaus, chocolade, roe
B
cadeaus, roe, gouden boek
C
chocolade, roe, gouden boek
D
cadeaus, gouden boek, chocolade
Slide 34 - Quizvraag
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Video
Slide 38 - Video
Welke personen heeft Nikolaus bij zich?
A
Engeln, Krampusse
B
Engeln, Krampusse, Korbleger
C
Krampusse, Korbleger
D
Engeln, Krampusse, Weihnachtsmann
Slide 39 - Quizvraag
Waar wordt het pak van een Krampus van gemaakt?
A
Schapenvel
B
Nepbont
C
Koeienvel
D
Stof
Slide 40 - Quizvraag
Hoe zwaar weegt een pak?
A
15 kilo
B
30 kilo
C
45 kilo
D
60 kilo
Slide 41 - Quizvraag
Doen er bij een Krampuslauf verschillende groepen uit de omgeving mee?
A
ja
B
nee
