H1L27 - 1THE - Donderdag - 2.3 Lezen - feiten en meningen / moeilijkewoordenwijzer

Welkom 1THE : )


Planning van dit uur
  • Tien minuten stillezen 
  • Samenwerken: opdracht 1 van 2.3 Lezen (blz 80)
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken: maak opdracht 2 t/m 6 van 2.3 Lezen 

Aan het einde van deze les
  • weet je wat feiten en meningen zijn;
  • weet je hoe je feiten en meningen herkent; 
  • weet je wat je kan doen als je een moeilijk woord tegenkomt in een tekst; 
  • weet je wat de moeilijkewoordenwijzer is;
  • weet je wat de context is; 
  • weet je wat zoekend lezen is. 

Nederlands
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • Leestijdlijn inleveren (vrijdag)
  • Repetitie hoofdstuk 1 (toetsweek)
timer
10:00
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 1THE : )


Planning van dit uur
  • Tien minuten stillezen 
  • Samenwerken: opdracht 1 van 2.3 Lezen (blz 80)
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken: maak opdracht 2 t/m 6 van 2.3 Lezen 

Aan het einde van deze les
  • weet je wat feiten en meningen zijn;
  • weet je hoe je feiten en meningen herkent; 
  • weet je wat je kan doen als je een moeilijk woord tegenkomt in een tekst; 
  • weet je wat de moeilijkewoordenwijzer is;
  • weet je wat de context is; 
  • weet je wat zoekend lezen is. 

Nederlands
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • Leestijdlijn inleveren (vrijdag)
  • Repetitie hoofdstuk 1 (toetsweek)
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Elke les Nederlands ontleden wij samen een zin.

Slide 2 - Tekstslide



Geef antwoord op de vraag:
Wat is het verschil tussen feiten en meningen?
Antwoord in een hele zin. Zin begint met hoofdletter, eindigt met punt.
timer
1:00
Eén-minuut-verhaal

Slide 3 - Open vraag

Hoe kan je herkennen
dat iets een feit is?

Slide 4 - Woordweb

Hoe kan je herkennen dat iets een feit is?
- Het is echt
- Het is werkelijk gebeurd
- Je kunt het meestal controleren 
- Twee mensen vertellen hetzelfde als je ernaar vraagt

Voorbeeld: 
'De klimwand waar mevrouw Van Dam klimt is 17 meter hoog'. 

Slide 5 - Tekstslide

Hoe kan je herkennen dat iets een mening is?
- Het is wat iemand ergens van vindt of over denkt
- Het kan verschillen per persoon: iedereen kan een andere mening hebben

Voorbeeld: 
Mevrouw Van Dam vindt klimmen op een klimwand van 17 meter heel leuk, maar haar moeder vindt het eng. 

Slide 6 - Tekstslide

Noem een feit (dat je kunt controleren)
over iets in dit klaslokaal.
timer
1:00

Slide 7 - Open vraag

Geef een mening over
iets uit dit klaslokaal.
timer
1:00

Slide 8 - Open vraag

Je bent moe omdat je gisterenavond een feestje had. De consequentie, het gevolg van je daden, is dat je nu in het klaslokaal bijna in slaap valt. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat doe je met moeilijke woorden?

Slide 10 - Tekstslide

Leesstrategieën
  • Verkennend lezen
  • Nauwkeurig lezen
  • Zoekend lezen - je hebt een vraag en je zoekt het antwoord op die vraag

Slide 11 - Tekstslide