Test je kennis van H4 en uitleg 4.5 waarin een klein land groot kan zijn

Test je kennis H4!!! en uitleg 4.5
B1E
14 april 2020
N. van den Burg

Dit scherm is met jullie gedeeld. 
Laat in de chat weten of je het scherm kan zien.
Vandaag heb je naast je laptop ook je telefoon nodig.
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Test je kennis H4!!! en uitleg 4.5
B1E
14 april 2020
N. van den Burg

Dit scherm is met jullie gedeeld. 
Laat in de chat weten of je het scherm kan zien.
Vandaag heb je naast je laptop ook je telefoon nodig.

Slide 1 - Tekstslide

Hoe gaan we vandaag te werk?
Via Teams call (vergadering) is mijn computerscherm met jullie gedeeld en kunnen jullie dus ook dit scherm zien (eigenlijk is dit scherm in call het lesbord, zoals in een normale les). Zometeen ga ik de quiz starten, na deze slide. Je hebt dan een tweede scherm nodig, namelijk je telefoon. Zonder telefoon, kan je geen antwoord geven op de vragen in de quiz. In de call zie je zometeen de vragen en de antwoorden (het normale lesbord). Lees de antwoorden goed en geef daarna antwoord via je telefoon. Je hebt vaak 10 seconden de tijd om de vragen te maken, soms 20 seconden.
Tussen de vragen door zal ik praten, als ik extra toelichting wil geven. Heb je een vraag? Stel deze via de chat, dan zal ik hem zo snel mogelijk pratend beantwoorden.
Waarom een quiz? Normaal hadden jullie deze week een SO van paragraaf  1 t/m 4 gehad...

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heet H4?
A
Arm en Rijk
B
Ontwikkeling
C
Ontwikkeling: Arm en rijk
D
Een wereld van verschil

Slide 3 - Quizvraag

Welke landen werden tijdens de introductie van dit hoofdstuk besproken?
A
Nederland
B
Verenigde Staten
C
Nigeria
D
Indonesië

Slide 4 - Quizvraag

De armoedegrens is overal hetzelfde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

In welk land is een Big Mac het minst goedkoop?
A
Verenigde Staten
B
Nederland
C
Rusland
D
India

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer is de armoede wereldwijd begonnen met dalen?
A
1985
B
1990
C
1995
D
2000

Slide 7 - Quizvraag

Een ander woord voor arme landen zijn...
A
Periferie
B
Centrum
C
Semiperiferie
D
Ontwikkelingslanden

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor scharreleconomie
A
Scharreleconomie heeft geen ander woord
B
Formele sector
C
Informele sector
D
Mevrouw, ik heb het huiswerk niet doorgenomen

Slide 9 - Quizvraag

Welk van onderstaande landen is armer dan de andere landen?
A
India
B
Verenigde Staten
C
Mexico
D
Qatar

Slide 10 - Quizvraag

Welvaart wordt gemeten door o.a.
A
Welzijn en levensverwachting
B
Beroepsbevolking en levensverwachting
C
Beroepsbevolking en bbp/hoofd
D
Bbp/hoofd en de alfabetiseringsgraad

Slide 11 - Quizvraag

Door de levensverwachting, de koopkracht en de alfabetiseringsgraad te meten, meet je
A
Welzijn
B
Welvaart

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juiste combinatie?
A
Centrumlanden en primaire sector
B
Semiperiferie en tertiaire sector
C
Periferie en secundaire sector
D
Centrumlanden en tertiaire sector

Slide 13 - Quizvraag

Het bbp/hoofd = aantal inwoners / alles wat verdiend wordt in 1 jaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Tertiaire sector = kantoorbanen, primaire sector = landbouw, secundaire sector = industrie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Sociale ongelijkheid is hetzelfde als regionale ongelijkheid
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Sociale ongelijkheid gaat over...
A
Verschillen in inkomen tussen groepen mensen
B
Verschillen in inkomen tussen gebieden (landen, steden, wijken)

Slide 17 - Quizvraag

In de Verenigde Staten bezit 1% van de superrijken hoeveel procent van de welvaart?
A
1%
B
17%
C
40%
D
43%

Slide 18 - Quizvraag

In de Verenigde Staten bezit 1% van de bevolking 43% van de welvaart. Dit heet...
A
Sociale ongelijkheid
B
Regionale ongelijkheid

Slide 19 - Quizvraag

In het noorden van Mexico wordt meer verdiend, dan in het zuiden. Dit heet...
A
Sociale ongelijkheid
B
Regionale ongelijkheid

Slide 20 - Quizvraag

Uit welk werelddeel kwamen de meeste producten van jullie foto's tijdens de instructie van 4.4?
A
Europa
B
Noord-Amerika
C
Afrika
D
Azië

Slide 21 - Quizvraag

Wat betekent MNO?
A
Meer en Nieuwer Onderwijs
B
Multinationaal Onderwijs
C
Meer en Nieuwere Ondernemingen
D
Multinationale ondernemingen

Slide 22 - Quizvraag

Vanaf wanneer kwamen de MNO's?
A
Vanaf 1945
B
Vanaf 1969
C
Vanaf 1975
D
Vanaf 1990

Slide 23 - Quizvraag

Wat gebeurde er in de jaren '90?
A
De grenzen tussen landen gingen open
B
Er kan alleen nog maar met de Euro betaald worden
C
Youtube werd opgericht
D
De muziekgroep ABBA won Eurovisie Songfestival

Slide 24 - Quizvraag

Vul in: De wereld ...... door nieuwe technologische ontwikkelingen
A
danst
B
groeit
C
koelt af
D
krimpt

Slide 25 - Quizvraag

Globalisering = proces waarbij gebieden wereldwijd op aantal terreinen steeds meer met elkaar verbonden worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

De juiste volgorde is
A
Grondstof, eindproduct, halffabricaat
B
Grondstof, halffabricaat, eindproduct
C
Halffabricaat, grondstof, eindproduct
D
Halffabricaat, eindproduct, grondstof

Slide 27 - Quizvraag

Katoen is de grondstof van een spijkerbroek
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Ik (lees je eigen naam) maak altijd mijn huiswerk en heb voor vandaag alles doorgenomen en gelezen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Poeh... De quiz is klaar...
Wat gaan we nu doen?
Korte uitleg 4.5 via de call. Jullie zien het scherm en ik leg er wat bij uit. Daarna aan de slag met de opdrachten.

Slide 30 - Tekstslide

Nederland staat bekend om...

Slide 31 - Woordweb

Nederland
  • Is een klein land
  • Is economisch groot (hoog bbp/hoofd wereldwijd)
  • Heeft de haven van Rotterdam
  • Is de thuishaven van grote bedrijven
  • Verleent veel diesten met vervoer, water en geldzaken
  • Is heel divers

Slide 32 - Tekstslide

Handelsbalans
  • Import
  • Export

  • Meer export dan import? Rijk land
  • Meer import dan export? Armer land

Slide 33 - Tekstslide

Armoede in NL
  • Hoge welvaart
  • Kleine regionale ongelijkheid
  • Kleine sociale ongelijkheid
  • Gelukkig?

Slide 34 - Tekstslide

Ontwikkeling beroepsbevolking NL

Slide 35 - Tekstslide

Lagelonenlanden
Arbeidsintensief

Slide 36 - Tekstslide

Huiswerk
Maken opdrachten 1, 2, 3 en 6 van 4.5

Zie je deze slide? Schrijf het huiswerk op en ga daarmee aan de slag. Heb je dat gedaan, dan ga je uit de call.

Slide 37 - Tekstslide

Met dank aan de afbeeldingen van BuiteNLand 2017 havo/vwo 1

Slide 38 - Tekstslide