Oefentoets 5.1 deel 2

Wat is ONJUIST over het longblaasje?
A
Hoe meer longblaasjes, hoe meer zuurstof in je longhaarvaten kan komen
B
Longblaasjes kunnen stikstof bevatten
C
Rondom longblaasjes liggen longhaarvaten
D
Longblaasjes bevatten slijmvliezen
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wat is ONJUIST over het longblaasje?
A
Hoe meer longblaasjes, hoe meer zuurstof in je longhaarvaten kan komen
B
Longblaasjes kunnen stikstof bevatten
C
Rondom longblaasjes liggen longhaarvaten
D
Longblaasjes bevatten slijmvliezen

Slide 1 - Quizvraag

Welke stof gebruikt je lichaam niet?
A
Stikstof
B
Zuurstof
C
Water
D
Glucose

Slide 2 - Quizvraag

Wat is JUIST over lucht?
A
De lucht die je uitademt is kouder dan de lucht die je inademt.
B
De lucht die je uitademt bevat meer water dan de lucht die je inademt.
C
De lucht die je uitademt bevat geen zuurstof.
D
De lucht die je inademt bevat geen koolstofdioxide.

Slide 3 - Quizvraag

Bij een onderzoek bepaalt men de samenstelling van de lucht die een proefpersoon in- en uitademt. Van de lucht die de proefpersoon inademt, is de volgende samenstelling gemeten: 79% stikstof, 21% zuurstof en 0,04% koolstofdioxide.

Wat kan de samenstelling zijn van de lucht die de proefpersoon uitademt?

A
75% stikstof, 21% zuurstof, 4% koolstofdioxide
B
79% stikstof, 0% zuurstof, 21% koolstofdioxide
C
79% stikstof, 17% zuurstof, 4 % koolstofdioxide
D
83% stikstof, 17% zuurstof, 0,04% koolstofdioxide

Slide 4 - Quizvraag

Waar stromen de
rode bloedcellen
met veel zuurstof?
A
1
B
3
C
P
D
Q

Slide 5 - Quizvraag

Welke lagen passeren de zuurstofmoleculen uit de lucht van een longblaasje tijdens de diffusie naar het bloed in een bloedvaatje (longhaarvat) rondom een longblaasje?
A
Alleen de wand van een longblaasje en de wand van een longhaarvat
B
Alleen de wand van een longblaasje, het longvlies en de wand van een longhaarvat
C
Alleen de wand van een longblaasje, het longvlies, het vloeistoflaagje en de wand van een longhaarvat
D
De wand van een longblaasje, het longvlies, het vloeistoflaagje, het borstvlies en de wand van een longhaarvat

Slide 6 - Quizvraag

Waar zit veel zuurstof in het bloed?
In welke richting verplaatst
koolstofdioxide?
A
1, Q
B
1, P
C
3, Q
D
3, P

Slide 7 - Quizvraag

Wat is JUIST?
A
'De ingeademde lucht wordt door het bloed in de bloedvaten van de neusholte afgekoeld.'
B
'De ingeademde lucht wordt door het neusslijmvlies droog gemaakt.'
C
'De ingeademde lucht wordt door het reukzintuig gekeurd.'
D
'De ingeademde lucht is warmer dan de uitgeademde lucht.

Slide 8 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij NIET als je een virus hebt opgelopen?
A
Niezen
B
Slijmproductie
C
Keelpijn
D
Vernauwen luchtwegen door spiertjes

Slide 9 - Quizvraag

Waar vindt gaswisseling plaats?
A
Mondholte
B
Luchtpijp
C
Longblaasje
D
Luchtpijptakjes

Slide 10 - Quizvraag

Wat is naast zuurstof nodig voor verbranding?
A
Glucose
B
Water
C
Energie
D
Koolstofdioxide

Slide 11 - Quizvraag

Hoe komt zuurstof in het bloed terecht?
A
Via de darmen
B
Via de longblaasjes
C
Via de maag
D
Via het hart

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de indicator voor koolstofdioxide?
A
Jodium
B
Zetmeel
C
Kalkwater
D
Zuurstof

Slide 13 - Quizvraag

Wanneer wordt helder kalkwater troebel?
A
Als er zuurstof in komt
B
Als er stikstof in komt
C
Als er koolstofdioxide in komt
D
Als er zout in komt

Slide 14 - Quizvraag

Hoe vaak haal je ongeveer adem per minuut?
A
1x
B
8x
C
30x
D
100x

Slide 15 - Quizvraag