Startopdracht bij Capítulo 2: ¡Que aproveche!
“Ik kan al… “
Laat maar zien: Schrijf alle antwoorden in je schrift, NIET in je Mac !!
1. Noem 5 etenswaren in het Spaans.
2. Schrijf 2 zinnen over iets wat je leuk/lekker vindt, of leuk vindt om te doen.
3. Schrijf 2 zinnen over iets wat je NIET leuk/lekker vindt, of NIET leuk vindt om te doen.
4. Schrijf 3 vraagzinnen, beginnend met een vragend voornaamwoord.
5. Schrijf alle lidwoorden op die er zijn in het Spaans. Het zijn er 8!
6. Schrijf alle bezittelijke voornaamwoorden op in het Spaans, het is een rijtje van 6 met in totaal 16 woorden.
Probeer het eerst in je geheugen te vinden, en als je het écht niet meer weet zoek je het op!