VWO H31 Break-evenanalyse

VWO H31 Break-evenanalyse Herhaling
Paragraaf 31.1 Variabele en constante kosten
Paragraaf 31.2 Break-evenanalyse 
Paragraaf 31.3 Grafieken van de break-evenanalyse
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

VWO H31 Break-evenanalyse Herhaling
Paragraaf 31.1 Variabele en constante kosten
Paragraaf 31.2 Break-evenanalyse 
Paragraaf 31.3 Grafieken van de break-evenanalyse

Slide 1 - Tekstslide

Eerst rekenvaardigheid herhaling H 30

Slide 2 - Tekstslide

De contante verkopen over januari 2021 zijn € 28.000.
De brutowinst is 40% van de inkoopwaarde van de omzet.
Hoeveel bedraagt de brutowinst?
(vul antwoord in zonder teken)

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

31.1 Constante kosten
Constante kosten = kosten die binnen bepaalde grenzen(= binnen de productiecapaciteit) niet veranderen bij een verandering in de productie of de afzet in een bepaalde periode



Voorbeelden
  • Afschrijvingskosten
  • Interestkosten
  • Huurkosten
  • Verzekeringskosten
  • Loonkosten vast
Tekst
Wanneer kunnen deze vaste kosten wijzigen?
Wijziging van capaciteit of prijswijzigingen.

Slide 6 - Tekstslide

31.1 Variabele kosten
Variabele kosten = kosten die wel veranderen bij een verandering in de productieomvang of de afzet in een bepaalde periode






Bij de break-even analyse veronderstellen we altijd proportioneel variabele kosten = kosten die recht evenredig veranderen met de
productieomvang

Voorbeelden
  • Grondstofkosten
  • Inkoopwaarde van de verkopen
  • Loonkosten variabel

Slide 7 - Tekstslide

Berekenen van de variabele kosten:
Bij een productie van 40.000 stuks zijn de totale kosten € 245.000
Bij een productie van 45.000 stuks zijn de totale kosten € 260.000
Bereken de variabele kosten per product
Bereken de constante kosten

Slide 8 - Open vraag

31.1 Break-evenanalyse
Algemene economie: berekenen met behulp van TO = TK

Bedrijfseconomie: berekenen met behulp van de dekkingsbijdrage
Let op: op het eindexamen wordt vaak specifiek gevraagd om de dekkingsbijdrage in je berekening te gebruiken. Als je dan TO=TK berekent krijg je GEEN punten! 
Dekkingsbijdrage = verkoopprijs (excl. BTW) - variabele kosten 
Totale Dekkingsbijdrage =  totale π‘π‘œπ‘›π‘ π‘‘π‘Žπ‘›π‘‘π‘’ π‘˜π‘œπ‘ π‘‘π‘’π‘› = break - even

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Berekenen dekkingsbijdrage, BEA en BEO 
De constante kosten zijn € 100.000. De verkoopprijs is € 11 en de variabele kosten zijn € 3 per stuk 

  • Bereken de dekkingsbijdrage: dekkingsbijdrage = verkoopprijs – variabele kosten 
  • Bereken de break-evenafzet: BEA = (π‘π‘œπ‘›π‘ π‘‘π‘Žπ‘›π‘‘π‘’ π‘˜π‘œπ‘ π‘‘π‘’π‘›)/π‘‘π‘’π‘˜π‘˜π‘–π‘›π‘”π‘ π‘π‘–π‘—π‘‘π‘Ÿπ‘Žπ‘”π‘’ 
  • Bereken de break-evenomzet: BEO = BEA x verkoopprijs

Dekkingsbijdrage = € 11 - € 3 = € 8
BEA = (€ 100.000)/(€ 8) = 12.500

Let op: komt de BEA niet uit op een rond getal en heb je te maken met stuksproductie? Rond het getal dan af naar boven. 
BEO = BEA x verkoopprijs = 12.500 x € 11 = € 137.500

Slide 11 - Tekstslide

Office BV importeert printers en verkoopt ze voor € 90,75 per stuk incl. 21% btw. De inkoopprijs is € 50 exclusief btw. Het bedrijf heeft € 15 aan overige variabele kosten per printer. De totale constante kosten zijn € 600.000 per jaar. De onderneming wil een jaarwinst realiseren van minimaal € 100.000.
Bereken de dekkingsbijdrage per product

Slide 12 - Open vraag

Berekenen benodigde afzet bij winstdoel
De constante kosten zijn € 100.000. De verkoopprijs is € 11 en de variabele kosten zijn € 3 per stuk 

  • Bereken de dekkingsbijdrage: dekkingsbijdrage = verkoopprijs – variabele kosten 
  • Bereken de break-evenafzet: BEA = (π‘π‘œπ‘›π‘ π‘‘π‘Žπ‘›π‘‘π‘’ π‘˜π‘œπ‘ π‘‘π‘’π‘›/π‘‘π‘’π‘˜π‘˜π‘–π‘›π‘”π‘ π‘π‘–π‘—π‘‘π‘Ÿπ‘Žπ‘”π‘’)
  • Bereken de break-evenomzet: BEO = BEA x verkoopprijs

Dekkingsbijdrage = € 11 - € 3 = € 8
BEA = (€ 100.000)/(€ 8) = 12.500

Let op: komt de BEA niet uit op een rond getal en heb je te maken met stuksproductie? Rond het getal dan af naar boven. 
BEO = BEA x verkoopprijs = 12.500 x € 11 = € 137.500

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Office BV importeert printers en verkoopt ze voor € 90,75 per stuk incl. 21% btw. De inkoopprijs is € 50 excl. btw. Het bedrijf heeft € 15 aan overige variabele kosten per printer. De totale constante kosten zijn € 600.000 per jaar. De onderneming wil een jaarwinst realiseren van minimaal € 100.000. De dekkingsbijderage was € 10.
Bereken hoeveel printers ze moeten verkopen om de gewenste winst te behalen.

Slide 15 - Open vraag

31.1 Break-evenanalyse in grafiek
  • Bereken BEA en BEO 
  • Bereken maximale winst 

Slide 16 - Tekstslide

Grafiek break-evenanalyse: TO = TK

Slide 17 - Tekstslide

Grafiek break-evenanalyse: dekkingsbijdrage

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken opgave 3.17 tot en met 3.20

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

A: € 100.000/ 10.000 = € 10
B: € 500.000
D: 100.000

Slide 21 - Tekstslide

31 Samengevat
Dekkingsbijdrage = verkoopprijs - variabele kosten
  • kan gevraagd worden totaal of per product
  • let op: altijd verkoopprijs excl. btw 
Break-evenafzet = constante kosten/ dekkingsbijdrage 
  • uitkomst afronden naar boven bij stuksproductie
Break-evenomzet = break-evenafzet x verkoopprijs 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide