2V Quiz Unité 4

Quiz Unité 4
Quiz
unité 4
2V
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Quiz Unité 4
Quiz
unité 4
2V

Slide 1 - Tekstslide


A
une oreille
B
un oeil
C
un dos
D
un doigt

Slide 2 - Quizvraag


A
un comprimé
B
une cuillère
C
une chute
D
un pansement

Slide 3 - Quizvraag


A
éternuer
B
tousser
C
guérir
D
prescrire

Slide 4 - Quizvraag

J'ai mal ...
A
à l'oreille
B
au pied
C
à la jambe
D
à l'orteil

Slide 5 - Quizvraag

Notre ... s'appelle Monsieur LeBlanc.
A
médicament
B
médecin
C
ordonnance
D
douleur

Slide 6 - Quizvraag

Welk woord past niet in het rijtje?
A
vomir
B
saigner
C
avoir mal
D
guérir

Slide 7 - Quizvraag

Aïe, aïe, la douleur est vraiment ... !!
A
insupportable
B
propre
C
pâle
D
froid

Slide 8 - Quizvraag


Welke boodschap 
schrijf je in zo'n
kaartje?

Slide 9 - Open vraag

Welk woord past niet in het rijtje?
A
le pansement
B
le plâtre
C
la nausée
D
la pommade

Slide 10 - Quizvraag

ww op -re :
welke uitgangen?

Slide 11 - Woordweb

tu vend...
A
-es
B
-s
C
-e
D
(niks)

Slide 12 - Quizvraag

il descend...
A
-es
B
-s
C
-e
D
(niks)

Slide 13 - Quizvraag

wij verkopen
A
nous vendons
B
nous vendez
C
nous rendons
D
nous perdons

Slide 14 - Quizvraag

zij wachten op
A
ils vendent
B
ils entendent
C
ils descendent
D
ils attendent

Slide 15 - Quizvraag

hij heeft verloren
A
il a vendu
B
il a rendu
C
il a perdu
D
il a répondu

Slide 16 - Quizvraag

wij hebben antwoord gegeven
nous ... ...
A
avons répondu
B
avons attendu
C
sommes répondu
D
sommes attendu

Slide 17 - Quizvraag

wederkerende
werkwoorden

Slide 18 - Woordweb

wederkerende voornaamwoorden
je

douche
tu

présentes
il

lève
nous

trompons
vous

amusez
ils

habillent
s'
vous
nous
me
te
se

Slide 19 - Sleepvraag

Elle ... amuse à la fête.
A
se
B
s'
C
te
D
est

Slide 20 - Quizvraag

Nous nous ... vite.
A
s'habiller
B
habillons
C
s'habillons
D
sommes

Slide 21 - Quizvraag

il s'arrête
A
hij traint
B
hij gaat slapen
C
hij heet
D
hij stopt

Slide 22 - Quizvraag

nous nous couchons
A
wij gaan slapen
B
wij staan op
C
wij haasten ons
D
wij vergissen ons

Slide 23 - Quizvraag

ils se promènent

Slide 24 - Open vraag

BONUS
zij doucht zich

Slide 25 - Open vraag

BONUS
jij maakt je op

Slide 26 - Open vraag

Hoe gaat de voorbereiding op deze toets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Wat verwacht je te gaan scoren?
010

Slide 28 - Poll

Slide 29 - Tekstslide