Groene zorg - Hoofdstuk 7 Logistiek en planning

Groene zorg - Hoofdstuk 6 Een rondleiding geven
Groene zorg
Hoofdstuk 7

Logistiek en planning
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Groene zorgMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Groene zorg - Hoofdstuk 6 Een rondleiding geven
Groene zorg
Hoofdstuk 7

Logistiek en planning

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt een planning maken;
  • Je kunt logistiek voorbereiden;
  • Je kunt werkzaamheden, omstandigheden en mensen inventariseren.
  • H5 en H6 gemaakt en nagekeken.
  • Toets H5 en H6 afgesproken
  • Reminder PTA 20 mei

Slide 2 - Tekstslide

Terugblikken

  • Vragen stellen;
  • Cliënten en dieren;
  • Cliënten en planten;
  • leiding geven, teamleider
  • Spelregels;
  • Aanspreken
Hoofdstuk 6

Slide 3 - Tekstslide

Wat is volgens jou logistiek?

Slide 4 - Woordweb

Logistiek
  • Logistiek is ervoor zorgen dat iets goed verloopt.
  • Vervoer;
  • Eten en drinken;
  • Planningen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Waar moet je doen voordat je een planning kan maken?

Slide 7 - Woordweb

Planning maken
  • Inventariseren;
  • Gedetailleerde planning;
  • Planning computer of met de hand;
  • Dag/Week/Jaar planning.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een voordeel van een planning maken via de computer?

Slide 9 - Woordweb

Een planning maken
  • Een goede planning bevat:



  • Dagelijkse of periodieke werkzaamheden;
  • Omstandigheden;
  • Menskracht;
  • Activiteiten plannen (voorbereiding, uitvoering, nabespreking)
  • Een duidelijke omschrijving wat je moet doen;
  • Wanneer er iets gedaan moet worden;
  • Waar de taak uitgevoerd moet worden;
  • Wie er allemaal moet helpen bij de taak.

Slide 10 - Tekstslide

Noem 4 voorbeelden van periodieke werkzaamheden

Slide 11 - Open vraag

Noem 4 voorbeelden van dagelijkse werkzaamheden

Slide 12 - Open vraag

Het gaat plotseling regenen. Je zou met de cliënten zaadjes gaan planten. Wat doe je met je planning?
A
Je gaat koffie drinken met je collega's
B
Je stuurt de cliënten naar huis
C
Je verzint een andere activiteit
D
Je voert de activiteit toch uit

Slide 13 - Quizvraag

Belangrijke woorden
  • Flexibel;
  • Gedetailleerd;
  • Inventariseren;
  • Logistiek;
  • Menskracht;
  • Dagelijkse werkzaamheden;
  • Periodieke werkzaamheden.

Slide 14 - Tekstslide

Objectief en Subjectief
Objectief en Subjectief

Feit                        Mening

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht
Maak de planning opdracht voor een cijfer!!

Slide 16 - Tekstslide