Oefenvragen P1 4M

Oefenvragen P1 4M
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefenvragen P1 4M

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

> verklaar Calatrava's motto "de natuur is zowel moeder als leermeester" aan de hand van de afbeeldingen.

Slide 4 - Tekstslide

> verklaar Calatrava's motto "de natuur is zowel moeder als leermeester" aan de hand van de afbeeldingen.
wat wordt er gevraagd? en wat zie/herken je?
hoe laat hij zien dat de natuur voor hem ook een leermeester is?

Slide 5 - Tekstslide

> verklaar Calatrava's motto "de natuur is zowel moeder als leermeester" aan de hand van de afbeeldingen.

Slide 6 - Tekstslide

dus welke kenmerken van mens of dier herken je en gebruikt hij dus?

Slide 7 - Tekstslide

verklaar Calatrava's motto "de natuur is zowel moeder als leermeester" aan de hand van de afbeeldingen.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide


De fotograaf heeft veel aandacht besteed aan zijn standpunt voor deze foto.  
Het bijzondere aan de compositie of ordening van dit gebouw valt hierdoor op.
 
> Welk aspect van de compositie van het gebouw wordt daardoor goed zichtbaar? 


Slide 10 - Tekstslide


> Welk aspect van de compositie wordt daardoor goed zichtbaar? 


om deze vraag te kunnen beantwoorden moet je dus weten welke beeldaspecten er onder het vormgevingsaspect "compositie/ordening" vallen. 

En goed kijken naar de afbeelding en de vraag. 

Slide 11 - Tekstslide

de fotograaf heeft voor deze foto veel aandacht besteed aan zijn standpunt. het bijzondere van de compositie van het gebouw valt hierdoor op.
Welk aspect van compositie wordt daardoor goed zichtbaar?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

er word niet specifiek gevraagd naar vormgeving of voorstellings aspecten. 
Dus nu mag je alles noemen benoemen wat de ingang accentueert. 

Slide 15 - Tekstslide

noem twee aspecten die de ingangspartij accentueren

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

er word niet specifiek gevraagd naar vormgeving of voorstellings aspecten. 
Dus nu mag je alles noemen benoemen waarvan jij denkt dat het hoort bij een permanente verblijfplaats. 
Wel goed lezen wat er gevraagd wordt!

Slide 19 - Tekstslide

een station is geen vaste verblijfplaats. reizigers zijn er slechts een korte tijd. uit welk aspect van dit gebouw kan je dat afleiden?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

het dak lijkt niet zwaar, maar juist licht.
Waardoor wordt deze indruk gewekt?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Hedendaags = uit onze tijd (modern) 
Welke moderne attributen herken ik?
Welke moderne accesoires herken ik?
Welke moderne kleding herken ik?
Wat herken ik het landschap?
Wat herken ik in de personages?

!
LET OP! Alleen VOORSTELLING! 
GEEN VORMGEVING

Slide 25 - Tekstslide


Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Tip:
Wat is de vraag?
Hoe zorgt kleur en compositie ervoor dat je overal naar kijkt in het schilderij? (En dus je aandacht niet naar maar 1 onderdeel wordt getrokken?)

Slide 28 - Tekstslide

Wat valt je op aan het kleurgebruik?
Wat valt je op aan de kleurhelderheid?
Wat valt je op aan de contrasten?
Wat valt je op aan het 
aandachtspunt?
Wat valt je op aan de richting?
Wat valt je op aan de vlakverdeling?

Slide 29 - Tekstslide


Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Wat is schetsmatig?
LET OP! Weer een vergelijksvraag!
Waarom is de studie meer schetsmatig dan het schilderij?

Studie in vergelijking met het schilderij. 

"In vergelijking met het schilderij, is de studie meer schetsmatig omdat....."

"De studie is meer schetsmatig omdat ik meer... dan in het schilderij" 

"In de studie zie ik minder.. dan"

"In de studie zie ik meer/minder... dan in het schilderij"

Slide 32 - Tekstslide


Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide