Ik persisteerde dat hij moest stoppen met herrie en amok te maken. Ik expliceerde dat ik niet mesjogge was geworden. Dat ik niet de ambitie had om de punaise in zijn humeur te constitueren. Dat het überhaupt niet mijn bedoeling was om al zijn communicatie als een Gestapo te gaan controleren. Dat het Engels an sich niet het probleem vormde, dat ik ook wel snapte dat hij het enigszins moest blijven gebruiken, om geen Fremdkörper te worden tussen zijn copains. Dat ik de controle op Engelse leenwoorden thuis zou injecteren met een bepaalde gemütlichkeit, zonder evenwel de gründlichkeit uit het oog te verliezen.