De WHO heeft vijf momenten om handhygiëne toe te passen geformuleerd:
1. Vóór fysiek patiëntencontact;2. Vóór een schone of aseptische procedure;3. Na (mogelijk) contact met lichaams- materialen en -vloeistoffen;
4. Na fysiek patiëntencontact;
5. Na fysiek contact met de omgeving
van de patiënt.