V2 regelmatige ww op RE en wederkerende ww in de présent en pc

V2 werkwoorden periode 3
  • de présent en passé composé van de regelmatige werkwoorden op RE
  • de présent en passé composé van de wederkerende werkwoorden 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

V2 werkwoorden periode 3
  • de présent en passé composé van de regelmatige werkwoorden op RE
  • de présent en passé composé van de wederkerende werkwoorden 

Slide 1 - Tekstslide

Vendre
welke werkwoordsvorm klopt niet?
A
je vende
B
je vends
C
nous vendons
D
elles vendent

Slide 2 - Quizvraag

Elles se sont entraînées
betekent
A
zij hebben getraind
B
zij zijn getraind

Slide 3 - Quizvraag

je me lève betekent
A
ik sta op
B
ik ben opgestaan

Slide 4 - Quizvraag

je me repose betekent
A
ik rust uit
B
ik ben uitgerust

Slide 5 - Quizvraag

je me suis brossé(e) les dents betekent
A
Ik heb mijn tanden gepoetst
B
ik poets mijn tanden

Slide 6 - Quizvraag

Welke werkwoordsvorm klopt niet?
A
je m'habille
B
il t'habille
C
nous nous habillons
D
elle s'habille

Slide 7 - Quizvraag

Welk antwoord is het juiste?
Zij heeft gedoucht
A
Elles se sont douchées
B
Elle s'est douchée

Slide 8 - Quizvraag

nous nous sommes bien entendu
A
Wij hebben elkaar goed gehoord
B
Wij hebben het goed met elkaar kunnen vinden

Slide 9 - Quizvraag

se perdre = verdwalen
Schrijf op: ik ben verdwaald

Slide 10 - Open vraag