3. Democratie

2.4 De Griekse wereld

2.4 Democratie 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

2.4 De Griekse wereld

2.4 Democratie 

Slide 1 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen...
- welke bestuursvormen er in Griekenland waren.
- hoe de Atheense democratie werkte
- hoe Sparta bestuurd werd


Slide 3 - Tekstslide

Politiek
  • In elke polis was er werk te doen dat te maken had met het bestuur.

  • Besturen werd politiek genoemd, naar het woord polis. 

  • Er waren veel verschillende poleis, dus verschillende manieren van besturen!

Slide 4 - Tekstslide

Stadstaten
  • In veel stadstaten was een koning de baas.

  • Door erfopvolging komt de volgende koning aan de macht. (monarchie)

Slide 5 - Tekstslide

Rijke mensen
  • In veel stadstaten verdween de monarchie in de loop van de tijd. 
  • Een kleine groep inwoners die rijk was geworden met overzeese handel kon eigen wapenuitrusting betalen en meehelpen in de polis.

  • Zij kregen belangrijke bestuurstaken: het regeren door een groep belangrijke mensen noem je een aristocratie

Slide 6 - Tekstslide

Alleenheersers?
  • Een derde regeringsvorm in Griekenland was een tirannie.

  • Een tiran was een alleenheerser die alle macht naar zich toe had getrokken. 

  • Soms met goedkeuring van het volk, maar vaak met geweld.

Slide 7 - Tekstslide


De Atheense 
democratie



  • In Athene was het volk de baas
  • Er werd gestemd over belangrijke beslissingen.
  • Dat was niet altijd zo geweest...

Slide 8 - Tekstslide

Het volk beslist
  • Rond 510 v. Chr. komt Kleisthenes met nieuwe wetten en voert een échte democratie in.

  • Het volk (demos) heeft de macht (kratos).

  • Niet iedereen hoorde bij de demos: vrouwen, kinderen, slaven en immigraten hadden geen rechten.

Slide 9 - Tekstslide

Burgerschap
  • Als je een Griekse man was had jij burgerschap

  • Dan mag jij een jaar lang in de
    'raad van 500' zitten. 

  • Dagelijkse leiding, belastingverhogingen,. oorlogen.

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerken van de Atheense democratie
  • Directe democratie :  iedereen met stemrecht moet zelf bij de vergadering aanwezig zijn om te stemmen over besluiten. 
  • Volksvergadering (buiten)

  • Schervengericht wordt ingevoerd: 10 jaar verbannen! 

Slide 11 - Tekstslide

Sparta
  • Andere regeringsvorm dan in de rest van Griekenland.

  • 30 oude, wijze mannen nam belangrijke beslissingen.
  • 2 koningen, die bij een oorlog legers aanvoerden.
  • 5 opzichters, gekozen door de volksvergadering om ervoor te zorgen dat de koningen te veel macht krijgen.

Slide 12 - Tekstslide

Video
Griekse staatsvormen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Welk bestuur had de stad Athene?
A
Keizer
B
Democratie
C
Adel
D
Koning

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent democratie?
A
Een koning regeert
B
Het volk regeert
C
Een tiran regeert
D
Een kleine groep rijken regeert

Slide 16 - Quizvraag

I. Athene lag in Griekenland, Sparta niet.
II. Athene was een stadstaat, Sparta niet.
A
stelling I is juist, stelling II is onjuist.
B
stelling I is onjuist, stelling II is juist.
C
Stelling I en II zijn allebei juist
D
Stelling I en II zijn allebei onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Wie mochten meebeslissen in de Atheense democratie?

A
slaven
B
vreemdelingen
C
vrouwen
D
mannen

Slide 18 - Quizvraag

In Athene kreeg je burgerrecht als...
A
Je in Athene geboren was
B
Je vader in Athene geboren was
C
Je beide ouders in Athene geboren waren
D
Je moeder in Athene geboren was

Slide 19 - Quizvraag

De naam van de persoon die het meest genoemd werd tijdens het schervengericht.....
A
Moest voor tien jaar in de gevangenis
B
Werd meteen vermoord
C
Werd voor tien jaar verbannen uit Athene
D
Mocht nooit meer in Athene komen

Slide 20 - Quizvraag

Geef één overeenkomst tussen de Atheense democratie en de democratie die wij in Nederland kennen.

Slide 21 - Open vraag

Geef twee verschillen tussen de Atheense democratie en de democratie die wij in Nederland kennen.

Slide 22 - Open vraag