Engels Unit 1.1 on the move Deel B

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Na de les weet je wanneer je de Present Simple moet gebruiken
- Na de les weet je hoe je de present simple moet toepassen.
- Na de les weet je wat er met woorden gebeuren die eindigen op een -o of -s klank bij he, she en it 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple
Wat weet je nog over de Present Simple?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je mij vertellen over de Present Simple?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple
Eindigen op - o of s-klank 

Dan komt er bij he, she en it

- es 
achter 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

s klank 
voorbeelden
kiss
watch
stretch

Bij he, she en it komt er 
-es achter  

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een vorm van de present simple?
A
He is walking
B
He doing walk
C
He walks
D
He don't walk

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij de Present Simple verandert het werkwoord WEL van vorm bij:
A
He, She & IT
B
I, You, We, They & You

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste vorm van de
Present Simple bij:
Ryan ... gaming.
A
like
B
to like
C
likes
D
likees

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple vorm
He......(hebben)
A
have
B
are
C
has
D
is

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple vorm
We ......(zitten)
A
stand
B
sit
C
stands
D
sitting

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

She always ..... (to ask) me questions about Maths.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:

Wat is de regel van de present simple?
A
SHIT-regel
B
hele ww (bij I, you, we, they) hele ww + s (bij he, she, it)
C
Hele werkwoord
D
Werkwoord + -ed

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple is:
Wat is de present simple?
A
Verleden tijd
B
Tegenwoordig tijd
C
Toekomst

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple :
We ............... to school by bike.
A
went
B
are going
C
goes
D
go

Slide 17 - Quizvraag

Present simple:
Rule Example
 Je gebruikt de tegenwoordige tijd (present simple)
als je het over het volgende hebt:
• feiten Water boils at 100 degrees.
• gewoontes I usually get up at 6.30.
• toekomst als je een rooster/tijdschema/programma hebt ;The train leaves at 7.30.
• levendig beschrijving/dramatisch effect;
In 1099 William conquers England
Altijd hele werkwoord behalve SHIT: +S
I walk -> He walks

Does en Goes horen bij?
A
I
B
We
C
He/she/it
D
They

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Go
Goes
I
You
We
They
He
She
It

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

This man ............... to work 
We .................. you to be our friend.
Bob and I..............shopping.
Lilly.............an icecream.
The metro...............straight to Rotterdam.

want

wants

go

cycles

goes

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
10:00
blz 14
 opdracht 1 t/m 9

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies