4.4 Workers fight for their rights

Workers fight for their rights
paragraph 4.4
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Workers fight for their rights
paragraph 4.4

Slide 1 - Tekstslide

Give an example of an article that was in the constitution of 1848.

Slide 2 - Open vraag

In which year did everyone get the right to vote?

Slide 3 - Open vraag

The social question
= the question of how the problem of the bad living and working conditions of the working class should be solved. 

Answer: Social laws: laws made to help people (usually financially) 

Slide 4 - Tekstslide

Can you think of an example of a social law?

Slide 5 - Open vraag

Social laws 
  1. Van Houtens Childrens Law: abolition child labour and the introduction of compulsory education
  2. Minimum wages
  3. A max on the daily working hours

Slide 6 - Tekstslide

Socialism
= a political movement which wants more equality 
In other words, more power to the people (people = working class)

Founder: Karl Marx
Workers all over the world should unite to get the power from the rich people through a revolution

Slide 7 - Tekstslide

Socialism
2 movements within socialism
  1. Communism: more equality through violence 
  2. Social democracy: more equality through universal suffrage and trade unions

Slide 8 - Tekstslide

Who was the founder of the Childrens Law?
A
Thorbecke
B
Willem II
C
Samuel van Houten
D
Willem I

Slide 9 - Quizvraag

Think of at least 3 bad things about the life from a factory worker

Slide 10 - Open vraag

What is the most important aspect of socialism?
A
Freedom
B
Equality
C
Power to the king
D
Religion

Slide 11 - Quizvraag

Ideologie
sociale wet
socialist
vakbond
recht van initiatief
geheel van ideeën over de samenleving
wet voor steun aan mensen die minder goed voor zichzelf kunnen zorgen
iemand die in de politiek streeft naar meer gelijkheid
organisatie en werknemers
leden van de Tweede Kamer mogen een wetsvoorstel indienen

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Video

Marx
Karl Marx was de grondlegger van het socialisme. 
Hij geloofde dat er altijd een tegenstelling zou zijn tussen het proletariaat (arbeiders) en de bourgeoisie (rijke burgerij). 

Dit zou alleen verdwijnen door een
arbeidersrevolutie, waarbij alles in bezit
zou komen van de staat.

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

Watch out for symbolism!
red = socialism
rolled up sleeves = labourer

Slide 16 - Tekstslide

Get to work!
do Q1, 2, 5-9

Slide 17 - Tekstslide