0412_Nikolaus

Guten Morgen
Vandaag leren wij data's te zeggen en 
leren de Duitse Nikolaus traditie kenen.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Guten Morgen
Vandaag leren wij data's te zeggen en 
leren de Duitse Nikolaus traditie kenen.

Slide 1 - Tekstslide

Weet je nog de telwoorden?
Übersetze: een, twee, drie

Slide 2 - Open vraag

Übersetze: zes, zestien, vierentwintig

Slide 3 - Open vraag

Maar hoe was het met de rangtelwoorden?

Slide 4 - Tekstslide

Ordinalzahl = rangtelwoord
4.
2 t/m 19 = getal + te

zwei + te = zweite

vanaf 20 = getal + ste
zwanzig + ste = zwanzigste




Slide 5 - Tekstslide

Ausnahmen = uitzonderingen!
eins = erste

drei = dritte
sieben = siebte
acht = achte


Slide 6 - Tekstslide

1.

Slide 7 - Open vraag

4.

Slide 8 - Open vraag

24.

Slide 9 - Open vraag

Je hebt rangtelwoorden nodig om een data te zeggen

Slide 10 - Tekstslide

Maar hoe heten de maanden in het duits?
Schrijf ze op!

Slide 11 - Open vraag

Schrijf jouw verjaardag op!
Rangtelwoord en maand uitschrijven!

Slide 12 - Open vraag

Übersetze:
Vijf december is pakjesavond.

Slide 13 - Open vraag

Wat denk je, komt in Duitsland ook Sinterklaas?
Ja
Nee

Slide 14 - Poll

Der heilige Nikolaus

Slide 15 - Tekstslide

Nikolaus in den Niederlanden und in Deutschland.
Diese Woche wird der Geburtstag von Sankt Nikolaus gefeiert. Am 5. Dezember findet jedes Jahr in den Niederlanden die Nikolausfeier statt. Auch in Deutschland wird Nikolaus gefeiert.
In Deutschland feiert man aber nicht am 5. sondern am 6. Dezember. Es gibt viele Ähnlichkeiten (=overeenkomsten) zwischen den Traditionen in den Niederlanden und Deutschland. Kinder halten Ausschau nach(=uitkijken naar) dem Nikolaus. Sie stellen ihre Schuhe vor das Haus und singen, um Geschenke zu bekommen.
Es gibt aber auch einen großen Unterschied! In den Niederlanden helfen die Pieten dem Nikolaus. In Deutschland spielen teuflische (duivelse) Wesen die Rolle des Helfers.

Slide 16 - Tekstslide

Wann kommt der Nikolaus in Deutschland?
Schrijf het datum op!

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Video

Was legt der Nikolaus in die Schuhe?
A
Myra
B
rote Zipfelmütze
C
Nüsse, Mandarinen und Süßigkeiten
D
Playstation

Slide 19 - Quizvraag

Woher kommt der Nikolausstiefel?
A
Der Nikolaus legt Gold in die Stiefel armer Mädchen
B
Der Nikolaus schenkte Stiefel
C
Seefahrer trugen Nikolausstiefel zum Schutz

Slide 20 - Quizvraag

Was trägt der Nikolaus?
A
schwarzer Mantel und eine Rute
B
roter Hut und roten Mantel
C
Neuste Kollektion von Chanel
D
Jeans und rotes T-Shirt

Slide 21 - Quizvraag

Knecht Ruprecht
in den meisten Teilen Deutschlands (Norden und Mitte)
Begleiter des Nikolaus
Ruprecht hatte eine Rute mit
Er ist schmutzig und trägt braun oder schwarz
Er bestraft böse Kinder, die nicht brav gewesen sind!

Slide 22 - Tekstslide

Wer ist Knecht Ruprecht?
A
Ein Heiliger
B
der Helfer vom Nikolaus
C
das Christkind
D
eine Süßigkeit

Slide 23 - Quizvraag

Und wie ist es in Österreich?

Slide 24 - Tekstslide

Hier helpt de Krampus de Nikolaus

En zo gaat het er dan aan toe bij een huisbezoek....

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Op 24 december komt het Christkind.

Slide 27 - Open vraag

Übersetze: Vier december is er vandaag.

Slide 28 - Open vraag

Wat weet ik over de
Nikolaus?

Slide 29 - Woordweb