Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
suffixes
suffixes
aan het einde van deze les kan je:
suffixes herkennen in een tekst.
suffixes toevoegen aan een woord
zelf oefenen met
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
suffixes
aan het einde van deze les kan je:
suffixes herkennen in een tekst.
suffixes toevoegen aan een woord
zelf oefenen met
Slide 1 - Tekstslide
wat valt op aan de woorden in het geel?
Slide 2 - Tekstslide
Common suffixes:
-ful
-vol,
met
hopeful
colourful
succesful
-less
-loos,
zonder
hopeless
useless
endless
-ly
-ig,
op die manier
happily
honestly
quickly
Slide 3 - Tekstslide
Suffix
Een suffix is een achtervoegsel: je zet dit achter een woord om het een andere betekenis te geven:
ER: betekent: diegene die de actie doet: paint painter
Ful: betekent dat iets of iemand een bepaalde eigenschap heeft: pain painful colour colourful
Less: betekent zonder: hair hairless help helpless
Ing: betekent het product van iets: paint painting
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Suffix:
-er
betekent 'degene die de actie doet'
teach
teach
er
eat
eat
er
rap
rapp
er
Slide 6 - Tekstslide
Suffix:
-ing / -ment
verandert het werkwoord in een zelfstandig naamwoord.
pay
pay
ment
develop
develop
ment
paint
paint
ing
draw
draw
ing
Slide 7 - Tekstslide
Suffix:
-ness
verandert een bijwoord/bijvoeglijk naamwoord in een zelfstandig naamwoord.
kind
kind
ness
happy
happ
iness
cute
cute
ness
Slide 8 - Tekstslide
Suffixes
De persoon die het werkwoord (verb) uitvoert
Verandert het werkwoord (verb) in een zelfstandig naamwoord (noun)
Verandert een bijvoegelijk naamwoord (adjective) of bijwoord (adverb) naar een zelfstandig naamwoord
-er
teach
er
learn
er
bik
er
-ness
-ing
-ment
pay
ment
paint
ing
kind
ness
Slide 9 - Sleepvraag
Combineer met de goede suffix:
paint
A
ing
B
er
C
il
D
un
Slide 10 - Quizvraag
Choose the correct suffix:
Happy
A
Happiness
B
Happiness
C
Happyment
D
Happiment
Slide 11 - Quizvraag
Hoe schrijf je ongelukkig met een prefix en suffix?
A
unhappiless
B
dishappiness
C
unhappily
D
dishappily
Slide 12 - Quizvraag
Suffixes
-er
-ing
-ment
-ness
ill
dance (person)
assign
encourage
drive (person)
sad
sing (action)
buzz (sound)
Slide 13 - Sleepvraag
opdracht.
schrijf een tekst van 100 woorden over iets dat je in het paas weekend gedaan hebt waarin je de volgende pre & suffixes gebruikt:
- re - un -mis
-ing, - ment, -er, -ness,
als je geen woorden kan vinden met deze suffixes mag je google gebruiken om je te helpen.
klaar?
als je klaar bent vul je de tekst aan met de volgende suffixes:
-less, -ly, -ate, -ful,
je kunt google weer gebruiken om je te helpen
Slide 14 - Tekstslide
time to study
Slide 15 - Tekstslide
lever hier je geschreven tekst in
Slide 16 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Grammar: Suffixes
April 2023
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
M2A SS7 chapter 5 E (II)
Juni 2024
- Les met
12 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
M2A SS7 chapter 5 E (II)
November 2024
- Les met
12 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
M2A SS7 chapter 5 E (II)
September 2024
- Les met
12 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
chapter 5 PTO 3 recap (I)
Augustus 2024
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
AH2 Prefixes and Suffixes
Juni 2022
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammar Prefixes and Suffixes
Juni 2023
- Les met
41 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Unit 2.3 Listening & Grammar
November 2021
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3