Hoofdstuk 4 Paragraaf 2 Bezet Nederland

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Paragraaf 4.2 Bezet Nederland

Noem één voorbeeld hoe de Britten en de Fransen door diplomatie, Duitsland tevreden wilde houden.

Noem 1 oorzaak van de Tweede Wereldoorlog.

Leerdoelen deze les: 

- Hoe Nederland werd bestuurd tijdens de bezetting

- Welke houding de Nederlanders aannamen

- Hoe Nederland werd bevrijd

Bezet Nederland

• 10 mei 1940 viel Duitsland, Nederland binnen. 
• Koningin vlucht naar London.

Gevolgen Bezetting

• De rechtstaat + democratie wordt afgeschaft.
• Nazi Seyss-Inquart hoogste bestuurder van Nederland
• Censuur wordt ingevoerd(controle publicaties) + nazipropaganda

Duitse Terreur

• Vanaf 1941:
• Roofden belangrijke materialen en voedsel naar Duitsland. 
• Razzia's naar volwassen mannen om te werken in Duitsland. 
• Begin Jodenvervolging

Waarom denk jij dat er Razzia's plaats vonden?

Houding Nederlanders

• Grotendeels Anti-Duits
• Maar zij durfden niet in verzet te komen. 
• Gehoorzaamden de Duitsers

Verzet in Nederland

• Sommigen Nederlanders gingen het verzet in. 
• Zij hielpen onderduikers. 
• Maakten en verspreiden Illegale krantjes
• Pleegden aanslagen op Duitsers of Collaberateurs

Zou jij bij het verzet zijn gegaan?

Collaberateurs

Mensen die samenwerkten met de Duitsers. 

• Hielpen (Vrijwillig) bunkers bouwen
• onderduikers opspoten 
• Hielpen bij de razzia's

De Bevrijding

1944 werd zuidelijk Nederland bevrijd door de geallieerden. 

1945 werd noordelijk Nederland bevrijd door de geallieerden. 

Hongerwinter

Noord Nederland was nog niet bevrijd: 

• winter 1944/1945
• Werd geen voedsel meer vervoerd naar de grote steden. 
• Gingen op zoek naar eten bij de boeren. 
• 20.00 Nederlands komen om door de honger. 

Bevrijding

Maart 1945 wordt de rest van Nederland veroverd. 

5 mei 1945 geeft het Duits leger in Nederland zich over. 

Huiswerk: 

Maken paragraaf 4.2

Wat is een Razzia?

Wat werd na de Duitse Bezetting meteen afgeschaft?

Huiswerk: 

Maken paragraaf 4.2

Leren leerdoelen paragraaf 4.3