In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Basisvaardigheden
Onderdelen van dit hoofdstuk
1. Grootheden en eenheden
2. Machten van 10
3. Rekenen met eenheden
4. Meetonzekerheid
5/6. Significante cijfers
7. Diagrammen
8/9. Van kromme naar rechte
Slide 1 - Tekstslide
Basisvaardigheden
2. Machten van 10
Leerdoelen:
-Je kunt een getal schrijven met een macht van 10
-Je kunt werken met de wetenschappelijke notatie
-Je snapt waarom deze notatie handig is bij hele grote of kleine getallen
-Je kunt werken met de vermenigvuldigheidsfactoren uit tabel 2 van de Binas
-Je kunt rekenen (delen / vermenigvuldigen) met 2 verschillende machten van 10
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
00:19
De schatting van de massa van het heelal is een 1 met .... nullen er achter? Wat denk je?
A
35
B
45
C
55
D
65
Slide 4 - Quizvraag
00:22
Ralph zegt hier iets natuurkundigs niet corrects... wat is dat? Wat had hij moeten zeggen?
Slide 5 - Open vraag
02:56
Een alternatieve manier is als volgt.
Stel, je hebt 0,0037.
Je begint dan met 3,7 en kijkt hoeveel stappen de komma is verschoven.
In dit geval is het 3 stappen, dus een 3 bij de 10-macht.
Omdat het oorspronkelijke getal klein is, is het een negatieve 10-macht.
0,0037=3,710−3
Slide 6 - Tekstslide
03:24
Een alternatieve manier is als volgt.
Stel, je hebt 548. De komma staat daar direct na de 8 (niet zichtbaar).
Je begint dan met 5,48 en kijkt hoeveel stappen de komma is verschoven.
In dit geval is het 2 stappen, dus een 2 bij de 10-macht. Omdat het oorspronkelijke getal groot is, is het een positieve 10-macht.
548=5,48102
Slide 7 - Tekstslide
03:44
Wetenschappelijke notatie.
Gebruik in je rekenmachine (als voorbeeld wordt de Casio fx-82MS gebruikt) de 'EXP' knop. Deze staat voor 'keer 10 tot de'.
Wanneer je dus 5,48 [EXP] 2 intypt, betekent dat 5,48 . 10².
Wanneer je in je antwoord op het scherm een extra getalletje rechts van je antwoord ziet, betekent dat dus de 10-macht. Er kan 'x 10' of 'E' of 'EE' tussen staan afhankelijk van je type rekenmachine. In je schrift schrijf je natuurlijk gewoon altijd netjes de 10-macht en GEEN EXP of EE.
Het getal in het voorbeeld van de rekenmachine hierboven zou je in je schrift dus opschrijven als (afgerond):
1,231021
Merk op dat hier in het scherm een punt (.) staat die eigenlijk een komma (,) moet zijn. Dit los je op door Mode-Mode-Mode-Mode-1-'pijltje opzij'-2
Slide 8 - Tekstslide
05:19
Schrijf de onderstaande getallen om naar de wetenschappelijke notatie en gebruik WAAR MOGELIJK een vermenigvuldigingsfactor uit tabel 2. a. 4602 m b. 0,0315 A c. 89 10^5 g d. 0,000000782 C e. 0,35 10^9 V
Slide 9 - Open vraag
05:59
Wat komt er uit 10^7/10^-2?
A
10−3,5
B
105
C
109
D
10−14
Slide 10 - Quizvraag
06:15
10−2107
Je kunt het ook als volgt zien: je deelt door een klein getal (kleiner dan 1), hierdoor wordt het antwoord groter.
<- klein getal
Slide 11 - Tekstslide
Maak een samenvatting van de theorie met daarin minimaal (een antwoord op) de leerdoelen en lever een foto hiervan in.
Slide 12 - Open vraag
Als je nog iets niet begreep, geef dat dan zo duidelijk mogelijk aan.
Hieronder de opgaven van foton bij verschillende onderdelen. Dikgedrukt bij deze LessonUp. In het huiswerk kan je zien wanneer verwacht wordt dat je deze opgaven gemaakt hebt.