In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Vorige les
Atoomnummer en massagetal ( ; Ar-40)
Isotopen (H-1, H-2; U-235, U-239)
Atoommodel van Bohr ⚛️
Periodiek systeem
Aantal elektronen
Toets zonder 2.3!! dus H1 en 2.1+ 2.2
612C
Slide 1 - Tekstslide
Hoeveel protonen heeft
92235U
A
92
B
143
C
235
D
4
Slide 2 - Quizvraag
Hoeveel elektronen heeft
92235U
A
92
B
143
C
235
D
4
Slide 3 - Quizvraag
Hoeveel neutronen heeft
92235U
A
92
B
143
C
235
D
4
Slide 4 - Quizvraag
Samen
Elektronenconfiguratie van:
1. Calcium
2. Fosfor
Slide 5 - Tekstslide
Opdrachten 2.1
vragen ???
Slide 6 - Tekstslide
§2.2: Ionen
Je leert:
wat ionen zijn en hoe ze ontstaan;
het verband tussen de lading van een ion en het periodiek systeem;
wat de octetregel inhoudt.
p. 43
Slide 7 - Tekstslide
Toepassingen
Zouten
Batterijen
Slide 8 - Tekstslide
Ionen
Positieve ionen
- positieve lading (1+, 2+, ...)
- elektron (1-) minder
Negatieve ionen
- negatieve lading (1-, 2-, ...)
- elektron (1-) meer
Slide 9 - Tekstslide
Elektrovalentie en het periodiek systeem
Metaalionen zijn altijd positief geladen
- naam+ion (lithiumion, kaliumion)
Niet-metalen zijn meestal negatief geladen
- naam+ide+ion (fluoride-ion, jodide-ion)
Elektrovalentie is de lading die het atoom kan krijgen
Slide 10 - Tekstslide
Elektrovalentie en het periodiek systeem
Groepen hebben dezelfde
eigenschappen
Groep
Elektro-valentie
lading ion
1
1+
1+
2
2+
2+
13
3+
3+
15
3-
3-
16
2-
2-
17
1-
1-
Slide 11 - Tekstslide
Valentie-elektronen en de Octetregel
Elektronen in de buitenste schil zijn valentie-elektronen
Betrokken bij vorming van bindingen
Buitenste schil --> 8 elektronen
Edelgasconfiguratie (uitzondering: H & He)
Slide 12 - Tekstslide
Edelgasconfiguratie
Dit geldt dus ook voor ionen!
Slide 13 - Tekstslide
Wat is een ion?
Slide 14 - Open vraag
I−
Na+
Sr2+
Ac3+
O2−
P3−
Hoeveel elektronen?
18
10
54
36
86
10
8
6
89
92
38
40
53
52
11
12
15
12
Slide 15 - Sleepvraag
Samenvatting
Een ion ontstaat doordat een atoom één of meer elektronen opneemt of afstaat
Een positief ion is een atoom dat elektronen heeft afgestaan
Een negatief ion is een atoom dat elektronen heeft opgenomen
De elektrovalentie geeft aan hoeveel elektronen een atoom kan opnemen of afstaan. Metaalatomen hebben positieve elektrovalenties. Atomen van niet-metalen hebben vrijwel altijd negatieve elektrovalenties.
De elektronen in de buitenste schil zijn de valentie-elektronen, ze bepalen de chemische eigenschappen van het atoom. Er is een verband tussen de elektrovalentie van een atoomsoort en de groep van het periodiek systeem waarin deze staat.
Volgens de octetregel streven atomen door het opnemen, afstaan of delen van elektronen in de buitenste schil naar een achtomringing, een octet. Dat zijn acht elektronen.