1.4 Elektriciteit en veiligheid

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 3

1.4 Elektriciteit en Veiligheid

Lesdoelen 1.4

• Je kunt beschrijven welke twee gevaren het gebruik van elektriciteit met zich meebrengt.
• Je kunt uitleggen waarom je in vochtige ruimtes extra voorzichtig moet zijn met elektriciteit.
• Je kunt uitleggen wat word bedoelt met enkele en dubbele isolatie.
• Je kunt zekeringen, aardlekschakelaars en randaarde in afbeeldingen herkennen en de functie beschrijven. 

Voorkennis

 Heb jij al eens een schok gehad door elektriciteit ?

Gevaren elektriciteit

1) Brand bij kortsluiting of 

overbelasting.

2) Schok.

Als je huid vochtig is, is de contactweerstand veel kleiner. 

In vochtige ruimtes moet je daarom extra voorzichtig zijn met elektriciteit!!!

enkele/dubbele isolatie

Bij een apparaat met dubbele isolatie is er een extra isolatielaag en meestal een plastic buitenkant.

Zekeringen

Groepszekering: deze springt boven 

de 16 A om brand door oververhitting 

te voorkomen.

Installatieautomaat: een 

elektronische zekering.

Oude installatie? Dan smeltveiligheid

Aardlekschakelaar

Deze vergelijkt de stroom tussen de fase en nuldraad. Is deze groter dan 30 mA, dan springt de aardlekschakelaar.

'er lekt stroom'

Randaarde

Een geel/groene draad die via de metalen buitenkant van een apparaat via het snoer naar de rand van het stopcontact gaat.

De randaarde voorkomt stromen door je lichaam.

 

Opdrachten maken

Wat - LEZEN 1.4 & maken Opdracht 1 t/m 13

Lesdoelen 1.4

• Je kunt beschrijven welke twee gevaren het gebruik van elektriciteit met zich meebrengt.
• Je kunt uitleggen waarom je in vochtige ruimtes extra voorzichtig moet zijn met elektriciteit.
• Je kunt uitleggen wat word bedoelt met enkele en dubbele isolatie.
• Je kunt zekeringen, aardlekschakelaars en randaarde in afbeeldingen herkennen en de functie beschrijven. 

Boven hoeveel Ampère is stroomsterkte levens gevaarlijk?

1. 1 A
2. 1 mA
3. 10 mA
4. 100 mA

Wat is het ouderwetse woord voor Zekering?

Kees die gaat zijn telefoon opladen maar ziet dat zijn telefoon snoer kapot is. Kees stop het snoer in het stopcontact en krijgt een schok.
Waar of niet waar?

1. Waar
2. Niet waar

HUISWERK

Opdracht 1 t/m 13

 BLZ 49 t/m 54