Gynaecologie 2

Gynaecologie

Geslachtsorganen en voortplanting
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
gezondheidsleerMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Gynaecologie

Geslachtsorganen en voortplanting

Slide 1 - Tekstslide

Vrouwelijke en mannelijke geslachtsorganen, welke zijn dat?

Slide 2 - Woordweb

Geslachtskenmerken
Primaire geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte aanwezig (en in ontwikkeling)

Secundaire geslachtskenmerken zijn vanaf de puberteit aanwezig (en in ontwikkeling)

Slide 3 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een primaire en een secundaire geslachtskenmerk.

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Vrouwelijke geslachtsorganen

Slide 6 - Tekstslide

Uitwendige geslachtsorganen

  • de mons pubis (schaamheuvel);
  • de labia majora (grote schaamlippen);
  • de labia minora (kleine schaamlippen);
  • de clitoris (kittelaar);
  • het vestibulum vaginae, het uitwendige, zichtbare deel van de vagina.
Inwendige geslachtsorganen

  • vagina (schede);
  • uterus (baarmoeder);
  • tubae uterinae (eileiders);
  • ovaria (eierstokken).

Slide 7 - Tekstslide

Eierstokken
Vanaf de puberteit > iedere maand een eicel.
Rijping eicel door FSH uit de hypofysevoorkwab
1. primaire follikels
2. Graafse follikel, eisprong
3. geel lichaam (na de eisprong)
4. eicel
5. eileider

Slide 8 - Tekstslide

Eileiders
+/- 10 cm lange buisjes tussen eierstokken en baarmoeder.
Begin is trechtervormig en bezit franjes om de eicel op te vangen. Eicel wordt getransporteerd door trilhaarepitheel aan de binnenkant van de eileider. 
Bevruchting vindt plaats in het begin van de eileider.
Bevruchte eicel in eileider = zygote.
Transport zygote naar baarmoeder duurt ongeveer 5 dagen.

Slide 9 - Tekstslide

Baarmoeder
De uterus heeft een gespierde wand. Deze is aan de binnenkant bekleed met slijmvlies (endometrium).

De baarmoederhals verbindt de baarmoeder met de vagina. In de baarmoederhals bevindt zich een slijmprop die dient als blokkade voor bacteriën e.d..

Slide 10 - Tekstslide

Menstruatiecyslus
Menstruatie = het afstoten van het endometrium.

Slide 11 - Tekstslide

Hormonen bij menstruatie

FSH - follikel stimulerend hormoon uit hypofysevoorkwab:  rijping van follikel
LH - luteïniserend hormoon uit de hypofysevoorkwab: tot stand houden gele lichaam
oestrogeen zorgt voor rijping eicel
progesteron zorgt voor verdikking baarmoederslijmvlies

Slide 12 - Tekstslide

Fasen menstruatiecyclus
groeifase (proliferatiefase): oestrogeen en FSH zorgen voor rijping eicel, baarmoederslijmvlies wordt dikker
secretiefase: door progesteron wordt baarmoederslijmvlies nog dikker, LH zorgt voor gele lichaam.
menstruatiefase: wanneer er geen bevruchting heeft plaatsgevonden gaat gele lichaam naar 14 dagen ten gronde, progesteron stopt en de menstruatie begint
Deze cyclus duurt ongeveer 4 weken.

Slide 13 - Tekstslide

Schede (vagina)
Lage pH (zuur) door bacteriën die melkzuur vormen. Dit beschermt tegen infecties. Zaadcellen kunnen niet tegen zuur, daarom alkalisch zaadvloeistof om te neutraliseren.
Van binnen naar buiten: slijmvlies > glad spierweefsel > elastisch bindweefsel - hierdoor erg elastisch.

Slide 14 - Tekstslide

Waarom zit er trilhaarepitheel aan de binnenkant van de eileiders?

Slide 15 - Open vraag

Wat doet FSH bij de vrouw? En waar wordt dit hormoon gevormd?

Slide 16 - Open vraag

Op welke plek wordt het eitje bevrucht?
A
in de baarmoeder
B
in de eileider
C
in de eierstokken
D
in de schede

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een zygote?
A
een mannelijke geslachtscel
B
een stadium van de eicel in de eierstokken
C
een pas bevruchte eicel in de eileider
D
een bevruchte eicel in de baarmoeder

Slide 18 - Quizvraag

Mannelijke geslachtsorganen



Zaadballen, bijballen, zaadleiders, zaadblaasjes, prostaat en penis.

Slide 19 - Tekstslide

Zaadballen
Scrotum bevat 2 zaadballen. Hier worden de zaadcellen geproduceerd. De lichaamstempereatuur is 2 graden lager dan de normale lichaamstemperatuur. 
De ballen produceren ook testosteron (mannelijk geslachtshormoon) door de cellen van Leydig.
De cellen van Leydig worden gestimuleerd door LH uit de hypofysevoorkwab.
Testosteron stimuleert de secundaire geslachtskenmerken

Slide 20 - Tekstslide

Zaadcellen
Zaadcellen worden in de zaadkanaaltjes in de testis gemaakt onder invloed van FSH. Per dag ongeveer 100 miljoen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Bijballen, zaadleiders en zaadblaasjes

Lange, sterk gekronkelde buis
Hierin worden zaadcellen opgeslagen
De zaadcellen verlaten het lichaam via de zaadleiders uit de bijballen door het lieskanaal en de prostaat naar de urinebuis.
De zaadblaasjes zitten achter de blaas en monden in de zaadleider uit. Ze produceren alkalisch zaadvloeistof (3ml)

Slide 23 - Tekstslide

Prostaat
Ook wel voorstanderklier.
Wordt onderzocht door rectaal toucher.
Produceert evenals de zaadblaasjes zaadvloeistof (1ml)

Slide 24 - Tekstslide

penis
De penis bestaat uit de eikel, de voorhuid, 3 zwellichamen en de urinebuis. 
Door de urinebuis komt ook sperma naar buiten. 
De eikel is normaal bedekt met de voorhuid, behalve bij circumcisie.

Slide 25 - Tekstslide

Sperma
3-7ml per ejaculatie
Zaadcellen 1% van sperma
Zaadvloeistof transporteert zaadcellen en bevat voedsel
Zaadcel bestaat uit een kop, middenstuk en een lange staart
In de kop bevindt zich de kern met 23 chromosomen (erfelijk materiaal)
3-4mm per minuut, dus een paar uur tot eierstok.

Slide 26 - Tekstslide

Hoe wordt testosteron aangemaakt bij de man?

Slide 27 - Open vraag

Wat doet FSH voor de man?
A
zorgt voor een erectie
B
zorgt voor productie zaadcellen
C
zorgt voor productie progesteron
D
zorgt voor productie testosteron

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de functie van de prostaat?

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Video