1MH: Word Order

• Engels
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Expectations!

Enter the classroom and find your seat!

Grab everything you need! (book, notebook, pen)

Then I can start the lesson!

1MH: Word Order

27-03-'25

Today

Learning Goals

Word Order (uitleg + aantekening)

Test Your Knowledge!

Homework

Learning Goals

After this lesson you know where to put 'Place' in a sentence.

After this lesson you know where to put 'Time' in a sentence.

After this lesson you have finished ex. 4, 5 & 6 from Unit 5 - Lesson 2.

Word Order

Uitleg over woordvolgorde van Plaats en Tijd

Je maakt een aantekening in je schrift!

Word Order: Place

In het Engels staat de plaatsaanduiding (waar) achteraan de zin.

They are hiking in the mountains.

I am playing in the garden.

Word Order: Time

In het Engels staat de tijdsaanduiding (wanneer) achteraan de zin.

The plants grow in spring.

The test is in two weeks.

Word Order: Place & Time

Als Plaats & Tijd samen in één zin staan, komt Plaats vóór Tijd.

She goes to the lake every Friday.

I took her to the movies last week.

Ezelsbruggetje:

De 'P' van Plaats komt vóór de 'T' van Tijd in het alfabet.

Test Your Knowledge!

Je krijgt zo 3 verschillende zinsdelen te zien. 

- Het onderwerp (degene die het werkwoord uitvoert)

- Het werkwoord (de actie die uitgevoerd wordt)

- Een plaats- of tijdsaanduiding (of allebei)

Zet de zinsdelen in de goede volgorde. Hiervoor krijg je 30 seconden!

went / to the theater
/ she / yesterday.

at the office / last week?
/ did I work

played tennis / for hours.
/ Tim and Sophie

they / were / on Saturday?
/ at the party

To Recap:
Where do we use Place & Time in a sentence?

Start working on exercises 4, 5 & 6 from Unit 5 - Lesson 2 (5.2) .

Questions? Raise your hand!

Finished? Show me your work!