De prijselasticiteit is (in principe) altijd negatief, want een stijging van een prijs leidt tot een daling van de vraag en andersom.
Verandert de vraag minder dan de prijsstijging: Pe = tussen -1 en 0 = inelastisch
Verandert de vraag meer dan de prijsstijging: Pe = lager dan -1 (dus bijvoorbeeld -3) = elastisch
Slide 9 - Tekstslide
Is olie elastisch of inelastisch?
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Inkomenselasticiteit
Wanneer een inkomen verandert, verandert je vraag naar dat product.
Dit kun je berekenen door de inkomenselasticiteit uit te rekenen: Hoeveel procent verandert de gevraagde hoeveelheid als gevolg van een inkomensverandering?
Slide 12 - Tekstslide
Berekening Inkomenselasticiteit
% verandering in het aantal gevraagde hoeveelheid
% verandering in het inkomen
Slide 13 - Tekstslide
Afhankelijk van het type goed
Normale goederen
- Luxe goederen (jetski's)
- Noodzakelijke goederen (brood)
Inferieure goeden (troep)
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Vragen
Kun je een luxe goed, een noodzakelijk goed en een een inferieur goed noemen?