1e klas Theorie + opdrachten LW + ZN

Nederlands

Nederlands
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Noem alle lidwoorden die je kent.

Slide 2 - Open vraag

Lidwoorden                                                 de, het, een
Hoort altijd bij een ZNW dat erachter staat!

 
= Bepaald lidwoord
= blw
- de + het
Onbepaald lidwoord
= olw
- een
- als je het kunt uitspreken als 'n 
Er kan maar een iemand de winnaar zijn.
Is het een vogel of een vliegtuig?

Slide 3 - Tekstslide

Wat voor lidwoord is 'de'?
A
blw
B
olw

Slide 4 - Quizvraag

Wat voor lidwoord is 'een'?
A
blw
B
olw

Slide 5 - Quizvraag

Wat voor lidwoord is 'het'?
A
blw
B
olw

Slide 6 - Quizvraag

Zelfstandig naamwoord (ZNW)
Namen van zelfstandigheden


- Je kunt er een lidwoord voor zetten
- Je kunt er meestal enkelvoud of meervoud van maken
- Je kunt er meestal een verkleinwoord van maken

- Bijna alles met een hoofdletter is een ZNW.

Slide 7 - Tekstslide

Noem de zelfstandige naamwoorden in onderstaande zin:

Het eten in de kantine heeft ontzettend lekker gesmaakt.
A
eten, kantine
B
kantine
C
lekker
D
ontzettend

Slide 8 - Quizvraag

Sleep de zelfstandige naamwoorden hier naartoe!
Sleep hier de zelfstandige naamwoorden naartoe die een ZN kunnen zijn, maar óók iets anders...
Geen ZN
eten
Engeland
gemak
hand
haar
emotie
zijn
paasdagen
hij
wil
Erwin
tien
roken

Slide 9 - Sleepvraag

Introductie Slimleren.nl

Slide 10 - Tekstslide