1 KGT Blok 6: Spreken, kijken en luisteren

Spreken, kijken en luisteren
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Spreken, kijken en luisteren

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les:

  • kun je inleiding, middenstuk en slot herkennen
    en benoemen in een kijk- en luisterfragment;

  • kun je een instructie herkennen;

  • kun je uitleggen hoe beeld en gesproken
    tekst elkaar aanvullen.

Slide 2 - Tekstslide

Inleiding – kern – slot

Kijk- en luisterprogramma’s zijn net als leesteksten op een bepaalde manier opgebouwd, meestal met een inleiding, kern en slot.
  1. In de inleiding krijg je al een idee van het hele programma: hoe het programma heet of wat erin gebeurt.
  2. De kern is het eigenlijke programma en duurt altijd langer dan de inleiding en het slot.
  3. Met het slot wordt het programma afgesloten. Soms kun je het slot van een programma herkennen aan een bepaald muziekje. Vaak is er aan het eind van het slot nog een aftiteling. Daarin zie je bijvoorbeeld wie eraan mee hebben gewerkt.
Net als bij LEZEN
Een goede tekst bestaat uit drie delen: een inleiding, een middenstuk en een slot.

In de inleiding vertelt de schrijver meestal waar de tekst over gaat. Jij weet dan of je de rest van de tekst ook wilt lezen. Meestal is de inleiding één alinea.

In het middenstuk vertelt de schrijver meer over het onderwerp. Het middenstuk bestaat meestal uit meerdere alinea’s. In elke alinea wordt iets verteld over het onderwerp.

In het slot maakt de schrijver een duidelijk einde aan de tekst. Meestal bestaat het slot uit één alinea.


Slide 3 - Tekstslide


Wat is de inleiding?

Wat is het middenstuk? 

Hoe wordt er afgesloten?

Slide 4 - Tekstslide

Hoe herkende je de inleiding?

Slide 5 - Open vraag

Beschrijf het middenstuk. Wat gebeurde daar?

Slide 6 - Open vraag

Wat was het slot van de aflevering?

Slide 7 - Open vraag

‘Bedankt voor het kijken!’

A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 8 - Quizvraag

‘Deze week weer veel leuke onderwerpen in “Weet je wat ...?”’


A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 9 - Quizvraag

‘Elektriciteit ontstaat doordat elektronen – dat zijn hele kleine deeltjes – zich verplaatsen.’
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 10 - Quizvraag

‘In de volgende aflevering zie je wat je allemaal met elektriciteit kunt doen!’
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 11 - Quizvraag

‘Vandaag in deze video:
“Je gaat leren wat elektriciteit is!”’



A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 12 - Quizvraag

‘Mevrouw, kunt u uitleggen hoe elektriciteit ontstaat?’


A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 13 - Quizvraag

Kijk en luister naar de drie fragmenten. Zet de fragmenten in de volgorde: inleiding, kern, slot.
1
2
3
Opdracht

Slide 14 - Tekstslide

Inleiding
Kern
Slot
Fragment 1
Fragment 2
Fragment 3

Slide 15 - Sleepvraag

Waaraan herken je de inleiding?
Die herken je aan:
A
het noemen van het onderwerp
B
De aftiteling
C
alle feiten van de video

Slide 16 - Quizvraag

Waaraan herken je het middenstuk? Dat herken je aan:
A
het verhaal van Xavier
B
Het muziekje
C
het noemen van het onderwerp

Slide 17 - Quizvraag

Waaraan herken je het slot? Dat herken je aan:
A
De stem van de presentator.
B
Dat er wordt verteld wat Xavier nog meer gaat doen.
C
Het noemen van het onderwerp

Slide 18 - Quizvraag

Op welke vraag wordt er geen antwoord gegeven in de inleiding?
3
A
Over wie gaat het
B
Waar gaat het over
C
Waar gaat de presentator naartoe
D
Wie de presentator is.

Slide 19 - Quizvraag

Op welke vraag kun je antwoord geven na het zien van het middenstuk?
1
A
Hoeveel geld heeft Xavier opgehaald voor zijn project?
B
Wanneer vliegt Xavier weer naar Zambia?

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel euro werd er opgehaald?
1

Slide 21 - Open vraag

Wat wordt duidelijk in het slot?
2
A
Waarvoor Xavier nog meer geld gaat ophalen.
B
Waarom Xavier opnieuw naar Zambia vliegt

Slide 22 - Quizvraag

Luister naar het fragment over het Dsus akkoord. En maak opdracht 48 uit je boek (blz. 300)

Slide 23 - Tekstslide

Kijk naar het fragment over het Dsus akkoord. En maak opdracht 49 uit je boek (blz. 300)

Slide 24 - Tekstslide

Instructie geven (blz. 300)
Je weet al dat elk programma of tekst een doel heeft. Soms wordt er in een programma of tekst uitleg gegeven hoe je iets moet doen of kunt maken. Denk maar aan dat filmpje over het Dsus akkoord of aan programma’s over klussen of aan een kookprogramma. In zo’n uiteenzettend programma wordt verteld hoe je iets moet doen. Dat noem je een instructie.

Bij een instructie wordt uitgelegd hoe je iets moet doen. In een kookprogramma wordt bijvoorbeeld stapsgewijs uitgelegd hoe je een lekker gerecht maakt. In een klusprogramma krijg je tips over het opknappen van je huis. 

Dat is waar het bij instructie om gaat: dat je weet wat en hoe je iets moet doen.


Slide 25 - Tekstslide

Welke tv-programma’s in de tv-gids geven instructie?

Slide 26 - Tekstslide

Precies luisteren
Je weet al wat precies luisteren is. Bij precies luisteren luister je naar alles heel goed. Je luistert precies naar een uitleg van je docent, naar een heel spannend verhaal of als iemand je de weg wijst. Vaak is het handig om aantekeningen te maken als je precies luistert.
Als je naar een instructie luistert, moet je ook precies luisteren. Anders kun je de instructie niet uitvoeren.

Geef je zelf instructie, gebruik dan woorden die de stappen aangeven, bijvoorbeeld:
stap 1 … , stap 2 … , stap 3 …
eerst … , daarna … , tot slot … .
Daardoor is het voor de luisteraar veel duidelijker hoe hij het moet doen.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

1
2
3
4
5
Bak de pannenkoeken aan twee kanten bruin.
Maak het beslag volgens de verpakking
Zet een pannetje water op en leg daarop een bord.
Laat de boter smelten in de koekenpan.
Zodra de boter bruin is, giet je het beslag in de pan.

Slide 29 - Sleepvraag