H6.2 deel 1

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
- https://www.youtube.com/watch?v=K1ZAKcIUrHw&ab_channel=RijksmuseumdeGevangenpoort
- Wat weten jullie nog?
- Karel V en Filips II
- Beeldenstorm
- Tachtigjarige Oorlog
- Huiswerk + even oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

- Wat is humanisme?
- Waarom duldde de katholieke kerk geen kritiek?

Slide 4 - Tekstslide

Mensen bleven trouw aan de kerk (katholieken) en werden trouw aan Luther (protestanten). Welk kenmerk hoort bij wie? (blz. 109)
Katholiek
Protestant
Een aflaat kan je redden
Alleen de Bijbel is waarheid
Aflaten zijn onzin
De Bijbel en de paus zijn waarheid
De priester moet de Bijbel uitleggen
Iedereen moet zelf de Bijbel lezen
Heiligen moeten vereerd worden
Heiligen zijn onzin
Een kerk moet mooi versierd zijn
Een kerk moet sober zijn

Slide 5 - Sleepvraag

Maarten Luther is het niet eens met de grote rijkdommen van de Kerk en de geestelijken.

Op welke manier kwam de Kerk onder andere aan haar rijkdommen?
A
Mensen kochten hun zonden af met een aflaat.
B
Mensen handelden met de Kerk.
C
De Kerk veroverde rijke gebieden.
D
Mensen hadden medelijden met Kerk en gaven geld.

Slide 6 - Quizvraag

Welke van de stellingen is juist?

1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een
nieuwe kerk beginnen.

2 De Paus wilde wel met Luther praten over zijn
ideeën.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Dit is een .....
A
Protestantse kerk.
B
Katholieke kerk.

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Karel V (de vijfde)
Katholieke vorst
1506 - Heer der Nederlanden
Landvoogdes: Margaretha van Oostenrijk
Ander bestuur:"de Staten": De adel en 
geestelijkheid van elk gewest 
(soort provincie)
- Liet protestanten vervolgen
- Politiek van centralisatie en staatsvorming

Slide 10 - Tekstslide

Filips II (de tweede)
Katholieke vorst
1555 - Heer der Nederlanden
Landvoogd: Willem van Oranje
Ander bestuur: betaalde adviseurs  en centrale 
rechtbank -> "de Staten" minder macht
- Liet protestanten nog strenger vervolgen
- Hoge belastingen 
- Verdere centralisatie
In 1559 nieuwe landvoogdes: Margaretha van Parma

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de taak van een stadhouder?
A
De stadhouder moest de belastingen voor Karel V ophalen
B
De stadhouder had geen belangrijke taak voor Karel.
C
De stadhouder moest Karel V de Nederlandse taal leren
D
De stadhouder bestuurde namens Karel V de gewesten.

Slide 15 - Quizvraag

Welke volgorde is juist?
A
Filips II - Karel V - Beeldenstorm - Opstand
B
Karel V - Beeldenstorm - Filips II - Opstand
C
Karel V - Filips II - Beeldenstorm - Opstand
D
Filips II - Opstand - Beeldenstorm - Karel V

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een andere naam voor de Nederlandse Opstand?
A
De Nederlandse Oorlog
B
De Tachtigjarige Oorlog
C
De Grote Oorlog
D
De Spaans-Nederlandse Oorlog

Slide 17 - Quizvraag

Huiswerk:

6.2 
Opdrachten 1 t/m 3

Slide 18 - Tekstslide