Economisch bekenen - H7.3 Loon en inkomstenbelasting (B)
7.3. Loon en inkomstenbelasting (B)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3
In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
7.3. Loon en inkomstenbelasting (B)
Slide 1 - Tekstslide
Terugblik
Slide 2 - Tekstslide
Wat is accijns? Geef een korte uitleg van wat accijns betekent.
Noem twee producten waar de overheid accijns op heft.
Waarom heft de overheid accijns? Noem één reden en leg die uit.
VRAGENRONDE
Slide 3 - Tekstslide
7.3. Loon en inkomstenbelasting (B)
Slide 4 - Tekstslide
Aan het eind van deze paragraaf kun je:
uitleggen wat brutoloon en nettoloonis.
uitleggen wat loonbelasting is.
uitleggen wat loonheffing is.
uitleggen wat inkomstenbelasting is.
uitleggen wat een jaaropgave.
Wat gaan we leren?
Slide 5 - Tekstslide
Brutoloon is het loon dat de werkgever en werknemer met elkaar afspreken.
Nettoloon is het bedrag dat de werknemer krijgt uitbetaald.
Brutoloon en nettoloon
BRUTO
NETTO
Slide 6 - Tekstslide
Loonheffing bestaat uit twee delen: loonbelasting en premie volksverzekering.
De loonbelasting is de belasting die wordt ingehouden op het loon.
De loonheffing is een vooruitbetaling op de inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen.
Loonheffing
Slide 7 - Tekstslide
Een jaaropgave is een overzicht dat de werkgever stuurt aan de werknemer met daarop het loon en de ingehouden loonheffing in een jaar.
Belastingaangifte doen: - te veel loonheffing = geld terug - te weinig loonheffing = geld betalen
Jaaropgave
Slide 8 - Tekstslide
Hoeveel loonheffing je betaalt, hangt af van hoogte van jouw salaris of uitkering.
Loonheffingskorting ja/nee, hiervoor vul je als werknemer een loonbelastingverklaring in.
Algemene korting voor iedereen, andere kortingen afhankelijk van jouw persoonlijke situatie. omstandigheden en inkomsten).
Hoogte van de loonheffing
Slide 9 - Tekstslide
Deze wordt berekend op inkomsten zoals loon, huur en winst.
Deze wordt verminderd met de heffingskortingen en de reeds betaalde loonheffing.
Inkomstenbelasting
Slide 10 - Tekstslide
VRAGEN?
Slide 11 - Tekstslide
OPDRACHTEN
Maak de opgaven 1 t/m 14 op bladzijde 68 en 69 van werkboek 3B!
Klaar? Ga dan aan de slag met het huiswerk. Dat zijn opgave 15 t/m 27 op bladzijde 69 en 70.
Klaar? Dan kun je nakijken en heb je geen huiswerk.
timer
7:00
Rood = Zelfstandig en stil werken.
Geel = Fluisteren en overleggen toegestaan
Groen = Praten
Slide 12 - Tekstslide
Gatentekst
Wanneer je gaat werken, krijg je een salaris. Het bedrag dat je verdient voordat er belastingen en andere inhoudingen vanaf gaan, noemen we het 1) _______. Van dit bedrag worden verschillende bedragen ingehouden, zoals 2) __________. Dit is een combinatie van 3) _______ en premies voor sociale verzekeringen. Het bedrag dat je uiteindelijk op je bankrekening gestort krijgt, is je 4) _______. Aan het einde van het jaar moet je je totale inkomsten doorgeven aan de Belastingdienst. Over deze inkomsten betaal je 5) _______.
Vul in in de tekst!
Inkomstenbelasting
Nettoloon
Loonbelasting
Brutoloon
Loonheffing
Slide 13 - Tekstslide
Gatentekst
Wanneer je gaat werken, krijg je een salaris. Het bedrag dat je verdient voordat er belastingen en andere inhoudingen vanaf gaan, noemen we het BRUTOLOON Van dit bedrag worden verschillende bedragen ingehouden, zoals LOONHEFFING. Dit is een combinatie van LOONBELASTING en premies voor sociale verzekeringen. Het bedrag dat je uiteindelijk op je bankrekening gestort krijgt, is je NETTOLOON. Aan het einde van het jaar moet je je totale inkomsten doorgeven aan de Belastingdienst. Over deze inkomsten betaal je INKOMSTENBELASTING.
Slide 14 - Tekstslide
Huiswerk voor de volgende les:
Maken opgaven 1 t/m 27 van hoofdstuk 6.3 Loon- en inkomstenbelasting op bladzijde 68 t/m 70.