3.5 Het parlement controleert

Politiek



3.5 Het parlement controleert
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Politiek



3.5 Het parlement controleert

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van de les
* Aan het eind van de les weet je hoe de Eerste en Tweede Kamer werken.
*Aan het eind van de les weet je wat de rechten zijn van Kamerleden.   
* Aan het eind van de les kun je vertellen wat de begrippen coalitie en oppositie betekenen.


Slide 2 - Tekstslide

Wie heeft de macht in een democratie?
A
de koning
B
het volk
C
de regering
D
het parlement

Slide 3 - Quizvraag

Hoe heet het dagelijks bestuur van ons land?
A
Tweede kamer
B
Regering
C
Parlement
D
Gemeenteraad

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

De Tweede Kamer is onderdeel van...
A
Parlement
B
Kabinet
C
Regering
D
Ministers

Slide 6 - Quizvraag

De eerste kamer heeft
A
150 zetels
B
het primaat
C
75 zetels
D
recht van amendement

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel leden heeft de tweede kamer?
A
50
B
75
C
150
D
225

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Het parlement moet wetten goed- of afkeuren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Het indienen van een wetsvoorstel noem je??
A
Stemrecht
B
Recht van amendement
C
Recht van initiatief
D
Motierecht

Slide 16 - Quizvraag

Het aanpassen van wetten noemen we...
A
Wet van initiatief
B
Wet van amendement

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Het parlement controleert de
A
rechters
B
regering
C
ministers
D
de koning

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Het parlement is hetzelfde als de regering
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Het parlement is onze volksvertegenwoordiging. Hoe wordt het parlement gekozen?
A
Door de burgemeester.
B
Door de Koning.
C
Door de burgers.
D
Door de minister-president.

Slide 24 - Quizvraag