2. Industrialisatie

2. Industrialisatie
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2. Industrialisatie

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat industrialisatie is en wat de oorzaken van deze verandering waren. 

Slide 2 - Tekstslide

Charlie Chaplin - Modern Times
Hoe herken je dat de film zich in een fabriek afspeelt? 
Welk effect heeft de industrialisatie op het leven van Charlie Chaplin? 
Geeft de scene een positief of negatief beeld van industrialisatie 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Charlie Chaplin - Modern Times
Hoe herken je dat de film zich in een fabriek afspeelt? 
Welk effect heeft de industrialisatie op het leven van Charlie Chaplin? 
Geeft de scene een positief of negatief beeld van industrialisatie 

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
Lees in paragraaf 4.1 het kopje 'de eerste fabrieken'
Schrijf voor jezelf een antwoord op deze vragen op: 
1. Wat is industrialisatie? 
2. Waar maakten mensen spullen voor het bestaan van fabrieken?
3. Waarom kunnen eenvoudige spinners de nieuwe machines niet kopen? 

Inzicht: waarom is een stoommachine handiger dan een door water aangedreven machine? 

Slide 6 - Tekstslide

Wie had dit snorretje het eerst?
A
Keizer Wilhelm I
B
Charlie Chaplin
C
Adolf Hitler
D
Robert Mugabe

Slide 7 - Quizvraag

Aantekening
Aantekening over de industriële revolutie en de oorzaken daarvan

Slide 8 - Tekstslide

Industriële Revolutie
Industriële Revolutie: grote verandering waarna productie van spullen vooral in fabrieken plaatsvindt.

Eerst: huisnijverheid. Mensen maken spullen zelf, thuis, met de hand. 
Later: industrialisatie. Efficiënt spullen maken in grote fabrieken met dure machines

Slide 9 - Tekstslide

Waarom kopen mensen graag spullen van de IKEA?

Slide 10 - Open vraag

Hoe is dit ontstaan?
1. De bevolking groeide door landbouwverbeteringen. 
2. Landbouwmachines zorgen ook voor werkloze boeren.
Al deze mensen trekken naar de stad en willen werk. 
3. De nieuwe machines gebruiken veelvoorkomend steenkool en goedkoop katoen uit de koloniën. 

De nieuwe manier van werken is sneller, kwalitatief beter en goedkoper. 

Slide 11 - Tekstslide

Waar zit allemaal een stoommachine in? Gebruik het internet en noem zo veel mogelijk.

Slide 12 - Woordweb

Opdracht
Ga aan de slag met 1 tm 6 van 4.1 

Slide 13 - Tekstslide