Quiz 1.6

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Welke van de uitslagen hoort bij een kubus?

1. A
2. B
3. C
4. D

Bij welke ruimtefiguur hoort uitslag C?

1. prisma
2. kubus
3. piramide
4. balk

Welke van de uitslagen hoort bij een prisma?

1. A
2. B
3. C
4. D

Welke vorm heeft het grondvlak van het prisma?

1. vierkant
2. rechthoek
3. driehoek
4. vierhoek

Welke ruimtefiguur ben ik?
Ik heb twaalf ribben die allemaal even lang zijn.

Welke ruimtefiguur ben ik?
Ik heb nergens platte vlakken.

Welke ruimtefiguur ben ik?
Mijn zijvlakken zijn allemaal driehoeken.

Welke ruimtefiguur ben ik?
Ik heb 4 hoekpunten en een top.

Welke figuren zijn de uitslag van een kubus?

1. Alleen figuur 2
2. figuur 2, 3 en 4
3. alle figuren
4. allen figuur 3

Twee kubussen tegen elkaar vormen samen een balk. Welke balk is dat?

1. balk 1
2. balk 2
3. balk 3
4. balk 4

De piramide heeft een vijfhoekig grondvlak. Welke van de volgende beweringen is goed?

1. De piramide heeft 5 hoekpunten en 10 ribben
2. De piramide heeft 6 hoekpunten en 5 zijvlakken
3. De piramide heeft 6 hoekpunten en 6 zijvlakken
4. De piramide heeft 7 hoekpunten en 10 ribben

In welke ruimtefiguren kan de driehoek een zijvlak zijn?

1. alleen in een piramide
2. in een piramide en een prisma
3. alleen in een prisma
4. in een kegel, een prisma en een piramide

Welke bewering is waar?

1. Het middelpunt van een cirkel is hetzelfde als de middellijn
2. De diameter van een cirkel is hetzelfde als de middellijn
3. De diameter in een cirkel is hetzelfde als de straal
4. De straal van een cirkel is hetzelfde als de middellijn

Welke ruimtefiguur herken je niet in de tekening?

1. kegel
2. balk
3. piramide
4. prisma