3.2 Bloedsomloop

Thema 3, basisstof 2
3 minuten opstarten
Zometeen komt uitleg basisstof 2, zorg ervoor dat je mee kan schrijven!
timer
3:00
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 3, basisstof 2
3 minuten opstarten
Zometeen komt uitleg basisstof 2, zorg ervoor dat je mee kan schrijven!
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
opstarten
herhaling basistof 1
 uitleg basisstof 2
zelfstandig aan de slag
afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Welke onderdelen heeft bloed?

Slide 3 - Open vraag

Alcohol wordt vervoerd door het bloed.
Door welk bestanddeel van bloed
wordt alcohol vervoerd?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplaatjes
D
bloedplasma

Slide 4 - Quizvraag

Welke bestanddelen in je bloed zorgen er voor dat je bloed bij een wondje een hard korstje wordt?
A
bloedplaatjes
B
witte bloedcellen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is waar over het bloed?
A
Het bloed vervoert voedingsstoffen.
B
Het bloed vervoert afvalstoffen.
C
Het bloed vervoert zuurstof.
D
A,B en C zijn waar.

Slide 6 - Quizvraag

Welke cellen in het bloed vallen het corona virus aan?
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplaatjes
C
Bloedplasma
D
Witte bloedcellen

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen basisstof 2
  • Ik kan vertellen welke twee bloedsomlopen het menselijk lichaam heeft en hoe/waar het bloed stroomt in elk van deze bloedsomlopen
  • Ik weet de functie(s) van de twee bloedsomlopen
  • Ik kan 3 typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies

Slide 8 - Tekstslide

Bloedsomloop
  • De weg die bloed aflegt door je lichaam
  • Het hart is gescheiden tussen 2 helften, waarom?
  • De mens heeft een dubbele bloedsomloop:

Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

Bloedsomloop
  • De grote bloedsomloop brengt zuurstofrijk bloed naar alle onderdelen het lichaam
  • De kleine bloedsomloop  maakt het bloed in de longen zuurstofrijk 

Slide 11 - Tekstslide

Bloedvatenstelsel
  • Wat is het verschil tussen aders en slagaders?
  • heeft de naam van orgaan waar het heen of vanaf gaat.
  • Poortader is anders: Zuurstofarm bloed van darmkanaal naar lever

Slide 12 - Tekstslide

Bloedvatenstelsel
  • Paar uitzonderingen;
  • Onderste en Bovenste holle ader en Aorta 
  • Poortader is anders: Zuurstofarm bloed van darmkanaal naar lever

Slide 13 - Tekstslide

Bloedvaten
  • Er zijn 3 typen bloedvaten:
  • Slagaders: weg van het hart
    (hoge bloeddruk)
  • Haarvaten: één cellaag dik
  • Aders: naar het hart
    (lage bloeddruk)

Slide 14 - Tekstslide

Aderklep
  • Veel aders hebben kleppen, deze laten bloed in één richting door

Slide 15 - Tekstslide

Waarom hebben aders kleppen en slagaders niet?

Slide 16 - Open vraag

wat
Basisstof 2 HAVO blz. 184. VWO blz. 193 
maken: opdr. 1 tm 4, 6 tm 10
Hoe
lees de tekst van basisstof 2 door 
(markeer wat belangrijk is)
Hulp
1) boek    2) docent
Tijd
10 minuten in stilte, daarna mag je overleggen.
Klaar
Controleer je antwoorden m.b.v. nakijkboek. 
Klaar? Schrijf de leerdoelen van basisstof 2 in eigen woorden uit

timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Welk(e) nieuw(e) woord(en) heb je geleerd?

Slide 18 - Woordweb

Rood afgebeeld bloed is zuurstofarm bloed
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

komt in 3 zuurstof- arm bloed of zuurstofrijk bloed?
A
zuurstofarm bloed
B
zuurstofrijk bloed

Slide 20 - Quizvraag

Bloed in de longslagader is:
A
Zuurstofrijk
B
Zuurstofarm

Slide 21 - Quizvraag

Het bloed in de nierslagader is
A
zuurstofrijk
B
zuurstofarm

Slide 22 - Quizvraag

Het bloed uit de poortader is:
A
zuurstofrijk
B
zuurstofarm

Slide 23 - Quizvraag