3F D3 LES 01 Warming up en instaptoets

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Warming up 1 - Doelen deze instapweek

Doel 1    Je weet dat de opgaven in de eerste helft van Domein 3 gaan over de thema's​:
  • Maten en hoeveelheden​
  • Omtrek en oppervlakte​
  • Inhoud​
Vandaag frissen we deze kennis wat op

Doel 2    Je laat zien wat je al weet van Domein 3 Meten en Meetkunde​ (instaptoets D3)
  • Voor een foutloze oefening krijg je automatisch vrijstelling voor de bijbehorende oefenstof​
  • Bij veel problemen kan je alvast begeleiding vragen​


Slide 2 - Tekstslide

hm
dam
m
dm
cm
mm
km

Slide 3 - Sleepvraag

Hoe zitten metrieke reeksen ook alweer in elkaar?​





Besteed 1 minuut tijd aan het opfrissen.
kan het dametje met de centimeter meten?
​Oversteek tussen soorten inhoud via liter <-> dm3 en cm3 <-> ml

Slide 4 - Tekstslide

kleinst
grootst
km
dam
hm
m
dm
cm
mm

Slide 5 - Sleepvraag

GEWICHT

Je caravan weegt 1600 kg​.

Je auto die de caravan trekt, weegt 1450 kg.​
Op de weg is een gewicht van 2,4 ton toegestaan.​

Mag je met je auto en caravan over deze weg rijden?​
1 Zet "ton" om naar kg
2 1 ton gewicht = 1000 kg
hulp
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

OMTREK

Rondom een weiland loopt een sloot.​
Het weiland is 234,5 m breed en 0,4 km lang.​

Hoeveel kilometer sloot is (afgerond) er om het weiland?​
Stap 1: Besef dat het hier gaat om "omtrek" 
             Omtrek = L + L + B + B
Stap 2: Het antwoord moet je geven in kilometers, dus zet de meters om naar km.
hulp
1 Besef dat het gaat om Omtrek = L + L + B + B
2 Het antwoord moet je geven in km, dus zet meters om naar km.
hulp
A
0,13 km
B
1,3 km
C
13 km
D
130 km

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

OPPERVLAKTE

Irene heeft een terras van 12 m2.​
Ze wil haar terras betegelen met tegels van 400 cm2.​

Hoeveel tegels heeft Irene nodig?​
Stap 1: Je mag alleen rekenen met gelijke eenheden: zet cm2 om naar m2 (of andersom).
Stap 2: Deel de oppervlakte van het terras door de oppervlakte van 1 tegel.
hulp
1 Besef dat het gaat om Oppervlakte = L x B
2 Maak de eenheden gelijk (bijv. cm2 naar m2)
3 Deel de opp. van het terras door de opp. van 1 tegel
hulp
A
33
B
30
C
300
D
330

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

INHOUD

Robert maakt limonade.
Hij doet 2 dl siroop bij 2 liter water.​
Hij verdeelt de limonade over 10 glazen.​

​Hoeveel milliliter limonade zit er in een glas?​
1 Zet alles om naar milliliters, omdat je antwoorden moet in millimeters
2 kl - hl - dal - liter - dl - cl - ml
hulp
A
22
B
220
C
20
D
200

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

INHOUD

Wat is de inhoud van dit zwembad in liters
als het bad tot 20 cm onder de rand gevuld wordt?​

De maten van het zwembad:
hoogte 1,5 m / breedte 5 m / lengte 8 m
Stap 1: Besef dat het hier gaat om "inhoud" 
Inhoud = L x B x H

Stap 2: Besef dat 1 dm3 = 1 liter!
Vul de formule daarom in met decimeters, dan krijg je automatisch dm3
hulp
 1 Besef dat het gaat om Inhoud = L x B x H
2 Besef 1 dm3 = 1 liter, dus gebruik dm in de formule van inhoud
hulp
A
5.200 liter
B
6.000 liter
C
52.000 liter
D
60.000 liter

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

INHOUD

Hoeveel cm3 vloeistof kan in een tube van 100 ml?​
Tip: Je moet 'oversteken' van 'vloeibare inhoud' naar 'meetbare inhoud'

Tip: Maak niet de fout om te denken dat 1 cm3 gelijk is aan 1 cl​

Weten: Je kunt altijd oversteken van liters naar dm3 en van cm3 naar ml:
             km3 - hm3 - dam3 - m3   - dm3 - cm3 - mm3
             kl      - hl      - dal     - liter  - dl      - cl     - ml

hulp
Reken om van 'meetbare inhoud' naar 'vloeibare inhoud
2 Je kunt alleen oversteken van dm3 naar liter OF van cm3 naar ml
hulp
A
100 cm3
B
10 cm3
C
1 cm3
D
0,1 cm3

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide