Oefentoets H6 China

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 1 Wat moet je kennen en kunnen?
Theorie:
Je kunt met een kaart de ligging van de klimaatgebieden in China verklaren.
Je kunt natuurlandschappen in China beschrijven, waarbij je ingaat op het reliëf, het klimaat en de natuurlijke vegetatie.
Je kunt de verdeling van de bevolking in China beschrijven en verklaren.
Je kunt de inkomensverschillen in China beschrijven en verklaren.

Opdrachten:
Je kunt de welvaartsgroei in China beschrijven en de manier waarop de regering probeert de welvaartsgroei op het platteland te stimuleren.
Je kunt beschrijven welke problemen de arbeidsmigranten hebben die van het platteland naar de grote steden trekken.
Vaardigheid toepassen:
 Begrippen
arbeidsmigrant, bevolkingsdichtheid, hoogvlakte, laagvlakte, megastad, migratie, steppeklimaat, toendraklimaat, woestijnklimaat, zeeklimaat

























































Slide 3 - Tekstslide

Paragraaf 2 Wat moet je kennen en kunnen?
Theorie:
Je kunt beschrijven hoe de Communistische Partij in China het leven van Chinezen beïnvloedt.
Je kunt de samenstelling van de bevolking in China beschrijven.
Je kunt de cultuur van de grootste bevolkingsgroep in China beschrijven.
Je kunt voorbeelden geven van minderheden in China.
Je kunt uitleggen waarom de Chinese regering graag wil dat Han-Chinezen van het oosten naar het westen migreren.
Je kunt de verwachte ontwikkeling van de bevolking in de toekomst beschrijven.
Opdrachten:
Je kunt een voorbeeld geven van hoe de Chinese overheid omgaat met minderheden en hierover je eigen mening geven aan de hand van argumenten.
Je kunt uitleggen waarom de Chinese overheid wil dat gezinnen weer meer dan één kind krijgen.
Vaardigheid toepassen:
Begrippen
cultuur, eenkindpolitiek, geboortecijfer, sterftecijfer, vergrijzing, vertrekoverschot





































































Slide 4 - Tekstslide

Paragraaf 3 Wat moet je kennen en kunnen?
Theorie:
Je kunt uitleggen hoe het communisme tot 1980 de economie van China beïnvloedt.
Je kunt uitleggen hoe de Chinese regering de economie van China na 1980 vrijer maakte.
Je kunt beschrijven hoe de economie van China zich na 1980 heeft ontwikkeld.
Je kunt uitleggen hoe China verandert van een lagelonenland naar een land met stijgende lonen.
Je kunt beschrijven hoe China migratie naar de grote steden in het oosten wil tegengaan.

Opdrachten:
Je kunt uitleggen waarom bedrijven zich nu graag in het binnenland van China vestigen, in plaats van in het oosten.

Begrippen
afzetmarkt, communistisch land, infrastructuur, lichte industrie, speciale economische zone (sez)

















































































Slide 5 - Tekstslide

Hoe heeft de economie van China zich ontwikkeld sinds 1970?
A
sterk gegroeid
B
licht gegroeid
C
licht gekrimp
D
sterk gekrimpt

Slide 6 - Quizvraag

Waarom werden SEZ (speciale economische zones) rond 1980 aangelegd in China?
A
Om de buitenlandse handel te bevorderen en daarmee de eigen economie.
B
Om de interne concurrentie te bevorderen.
C
Het hoofddoel was vissersdorpen te moderniseren.
D
Het was een economische droom van staatsman Mao Zedong.

Slide 7 - Quizvraag

China politiek
A
Communistisch
B
Kapitalistisch
C
D
Geen van allen

Slide 8 - Quizvraag

Waar wonen de meeste Chinezen?
A
Oost China
B
West China

Slide 9 - Quizvraag

China heeft veel relief daarmee word bedoelt..
A
hoogte verschill
B
bevolking
C
waterlandschappen
D
natuur

Slide 10 - Quizvraag

In welke regio in China is er weinig reliëf?
A
West China
B
Centraal China
C
Oost China
D
Noord China

Slide 11 - Quizvraag

In welke regio in China is de bevolkingsdichtheid het hoogst?
A
West China
B
Centraal China
C
Oost China
D
Noord China

Slide 12 - Quizvraag

Het westen van China is :
A
Dunbevolkt
B
Dichtbevolkt

Slide 13 - Quizvraag

Welke bevolkingsgroep is binnen China het grootst?
A
Tibetanen
B
Hui-Chinezen
C
Oeigoeren
D
Han-Chinezen

Slide 14 - Quizvraag

Wat houdt 'verchinezen' in?
A
Andere bevolkingsgroepen naar oosten van China halen
B
de Han-Chinezen beter verdelen dus ook naar het westen migreren
C
Chinezen laten migreren naar de rest van de wereld
D
Chinezen moeten meer traditioneel Chinees eten

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de meest gesproken taal in China?
A
Mandarijn
B
Cantonees
C
Engels
D
Pakinees

Slide 16 - Quizvraag

Waarom werd in China eenkindpolitiek ingevoerd?
A
vergrijzing tegengaan
B
tekort aan arbeiders
C
te snelle bevolkingsgroei
D
te weinig werk

Slide 17 - Quizvraag

Gevolgen van de eenkindpolitiek zijn?
A
Vergrijzing
B
Ontgroening
C
Toegenomen levensverwachting
D
Afname voedseltekorten

Slide 18 - Quizvraag

In China is er sprake van een eenkindpolitiek
A
Juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Wat voor politiek systeem heeft China?
A
kapitalistisch
B
communistisch
C
dictatuur
D
republiek

Slide 20 - Quizvraag

Welke bevolkingsgroep doet China momenteel 'heropvoeden' in kampen?
A
Oeigoeren
B
Han-Chinezen
C
Tibetanen
D
Noord-Koreanen

Slide 21 - Quizvraag

Stelling: In China wonen alleen maar Han-Chinezen
A
Juist
B
Onjuist
C
Geen van beide

Slide 22 - Quizvraag

In China vinden we veel megasteden
A
Juist
B
Onjuist
C
Geen van beide

Slide 23 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding, klik om te vergroten

Hoe heet dit klimaat?
A
hooggebergteklimaat
B
landklimaat
C
steppeklimaat
D
zeeklimaat

Slide 24 - Quizvraag

Klik op de afbeelding om deze te vergroten. Je ziet de demografische transitie van China.

Leg uit waarom het geboortecijfer na 1970 zo sterk daalt.

Slide 25 - Open vraag

Klik op de afbeelding om deze te vergroten. Je ziet de demografische transitie van China.
Als je de afbeelding goed bekijkt, zie je dat het geboortecijfer in de laatste jaren een heel klein beetje stijgt. Denk je dat het geboortecijfer in China de komende jaren zal blijven stijgen, of dat het zal gaan dalen?

Slide 26 - Open vraag

Welke zin is juist?
A
De eenkindpolitiek van China gold alleen op het platteland.
B
In China is weinig reliëf.
C
Het Lössplateau is een hoogvlakte in China.
D
Tijdens de eenkindpolitiek waren soms twee kinderen in China toegestaan.

Slide 27 - Quizvraag

Naar welk deel van China probeert de Chinese regering mensen te laten verhuizen?
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen

Slide 28 - Quizvraag

Bedenk een reden waarom de Chinese regering met speciale economische zones werkt.

Slide 29 - Open vraag

Welke woorden hoort niet bij China als lagelonenland?
A
arbeidsintensief werk
B
assemblage
C
import
D
multinational

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een positief gevolg van mechanisatie.

Slide 31 - Open vraag

Wat is een negatief gevolg van mechanisatie voor de mensen op het platteland in China.

Slide 32 - Open vraag

Wat is het gevolg als je in China zonder toestemming van bijvoorbeeld het platteland naar de stad verhuist?
A
Je verliest dan het recht om te reizen.
B
Je hebt dan geen recht meer op voorzieningen.
C
Je mag dan nooit meer terugverhuizen naar waar je vandaan kwam.
D
Je wordt dan opgepakt door de politie en hebt kans op een jarenlange gevangenisstraf.

Slide 33 - Quizvraag

Schrijf drie voordelen op voor migranten die naar Chinese steden verhuizen.

Slide 34 - Open vraag

Leg uit wat een etnische minderheid is.

Slide 35 - Open vraag

Waarom wil de Chinese regering Tibet bij China houden?
A
vanwege de aardolie
B
vanwege de industrie in Tibet
C
vanwege de vruchtbare landbouwgebieden
D
vanwege het water van Tibet

Slide 36 - Quizvraag

Klik op de afbeelding om deze te vergroten. Je ziet een spoorlijn tussen Beijing en Lhasa in Tibet.

Wat heeft de afbeelding te maken met de pogingen van de Chinese regering om Tibet bij China te houden?

Slide 37 - Open vraag

Welke zin is juist?
A
De Chinese overheid stimuleert Han-Chinezen naar Tibet en Xinjiang te verhuizen.
B
De Oeigoeren en de Tibetanen hebben niet dezelfde godsdienst, maar wel dezelfde taal.
C
In de hoofdstad van Xinjiang, Ürümqi, vormen de Tibetanen een meerderheid en de Han-Chinezen een minderheid.
D
Tibet heeft altijd al bij China gehoord

Slide 38 - Quizvraag