Aan het einde van deze les ...
... kun je de
hoofdpersonen en de bijpersonen in een verhaal benoemen.
... kun je de medespelers en de figuranten in een verhaal benoemen.
... kun je het uiterlijk, de karaktereigenschappen en de kenmerken van een personage beschrijven.
... kun je de relaties tussen personages in een verhaal beschrijven.
Doel = Je kunt deze begrippen toepassen op Wonder. Dus:
- Wie is de hoofdpersoon?
- Wie zijn de bijpersonen? Wie zijn de medespelers en de figuranten?
- Hoe zien de personages eruit en welke kenmerken en karaktereigenschappen hebben ze?
- Wat is de relatie tussen de personages?
Hebben we tijd over, dan doen we ook nog de nieuwsquiz.